zondag 28 februari 2010

Martinique






De tocht naar Martinique verloopt heel voorspoedig. Halve wind, 15 knoopjes wind en..... tot onze grote verrassing komen de dolfijnen ons weer vergezellen. We komen aan in de luxe haven van het mondaine Le Marin. Ook hier huren we weer voor enkele dagen een auto (nu rechts rijden voor de verandering). De eerste dag verkennen we de atlantische westkant.
Strand met prachtig water en....
Een andere dag rijden we naar het midden van het eiland en bezoeken de Jardin de Balata. Dit is een prachtig aangelegde tropische tuin met veel bloeiende bloemen en planten. Bij binnenkomst in de tuin worden we begroet door kolibries en andere, prachtig gekleurde tropische vogeltjes.

Op dit eiland heerst een heel andere bedrijvigheid dan op de andere eilanden die we bezocht hebben. Er zijn veel bedrijven gevestigd, er is een goed wegennet aanwezig en er zijn heel veel auto's. We komen ook vaker mensen met "korte lontjes' tegen!Het lijkt wel weer Europa.
Een voordeel van Martinique is dat er veel bedrijven gevestigd zijn die reparaties aan boten kunnen verrichten. We hebben dit zelf ervaren want de problemen met het laden van onze accu's lijken nu opgelost te zijn.
Ook zijn we naar St. Pierre, de voormalige hoofdstad van het eiland, gereden. In 1902 maakte een vulkaanuitbarsting een eind aan 30.000 mensenlevens. We hebben er in het museum schokkende beelden van gezien. Slechts één persoon heeft dit overleefd: een gevangene die zat opgesloten in een cel met dikke muren.
Wat ons opviel op dit eiland waren de uitgestrekte bananen- en suikerrietvelden.
Op 24 februari zeilen we terug naar St. Lucia. We kiezen voor de prachtige baai Marigot Bay waar we de dag beginnen met een duik in het kristalheldere water.
Op 26 februari is het feestje met Ton en Marijke voorbij. We brengen hen terug naar het vliegveld.

zaterdag 27 februari 2010

St. Lucia

Onze eerste kennismaking met St. Lucia is Rodney Bay marina. Dit is ook de haven waar elk jaar een grote regatta van oceaanzeilers (ARC) in de Carieb aankomt. Met een huurauto halen we onze vrienden Ton en Marijke van het vliegveld. Zij beleven een warmteshock: in Nederland was het 40 graden kouder!
De eerste dag proberen we met de dinghy naar het strand te gaan. Hier staan echter hele hoge golven die dit onmogelijk maken.
Om het eiland te verkennen huren we opnieuw een auto (links rijden a.u.b.). We rijden o.a. naar het midden van het eiland en maken een wandeltocht door het prachtig groene regenwoud. Soms loopt het pad heel steil en moeten we aan een touw omhoog klimmen. We zien reusachtige varens, hele lange bamboestokken en prachtige, bloeiende bloemen.
De volgende ochtend hebben we spierpijn maar gaan toch verder. Nu naar de oostkant van het eiland. Hier ligt het plaatsje Dennery waar wij geen toeristen tegen komen. De bevolking leeft voornamelijk van de visvangst. Een andere tocht leidt ons naar Anse la Raye, een klein plaatsje aan de westkust van het eiland. Ook hier weer nauwe straatjes, verveloze, schamele huizen die veelal bedekt zijn met golfplaten. Veel mensen zitten op de stoep voor hun huis, proberen wat te verkopen of maken een praatje met elkaar. Weinig bezittingen maar de onderlinge saamhorigheid lijkt groot.

Bij Soufrière bezoeken we de zwavelbronnen. De geur van zwavel (rotte eieren) komt ons al van verre tegemoet. We zijn onder de indruk van de borrelende en kokende massa: de kracht van moeder aarde.
Als klap op de vuurpijl ontdekken we aan de noordkust een klein zandstrandje waar we ons alleen op de wereld wanen. We vinden er aangespoelde koraal en zelfs een schildpadei. Het is moeilijk om de weg naar de auto terug te vinden. Met butsen en schrammen komen we uiteindelijk uit de bosjes tevoorschijn en vinden onze auto terug. Ook deze dag besluiten we, net als de vorige dagen, met een duik in de oceaan. En een lekkere punch.....
Na ongeveer een week verlaten we St. Lucia en steken over naar Martinique.


#end

zondag 7 februari 2010

Grenadines



Via het eiland Carriacou, dat nog bij Grenada hoort, varen we naar een eilandengroep die Grenadines wordt genoemd. We gaan eerst naar Union Island. Hier liggen we voor het eerst achter een rif. We zijn onder de indruk van het onwaarschijnlijk mooi turquoise blauw water.
We varen verder en bij Tobago Cays vinden we een nieuwe droomplek. Het is eigenlijk een ankerplaats midden in de oceaan door een rif beschermd. Het uitzicht op het rif en de palmstranden is buitengewoon. Het is ook een natuurreservaat en we zwemmen en snorkelen tussen de schildpadden. Supergaaf. En juist hier, ver van de bewoonde wereld, raakt onze gasvooriening defect. En zonder gas houdt het gauw op: we kunnen b.v. geen eten maken, geen koffie en thee zetten en geen brood bakken. De electrische hoofdgasafsluiter is defect. Gelukkig is Toine van de Brandaan in de buurt. Met zijn hulp kunnen we deze schakelaar uit de gasleiding nemen. Wel moeten we in het vervolg handmatig de gaskraan op de gasfles afsluiten als we het schip verlaten.
Nog een andere ervaring; tijdens één van onze snorkeltochtjes worden we gealarmeerd door mensen in een bijboot: onze bijboot is door het opkomende water op drift geraakt en dreigt te verdwijnen in de oceaan. Zij helpen ons om ons bootje weer in veiligheid te brengen en als wij hen willen bedanken zeggen ze: "You would have done the same for us".



Achter het rif bij Tobago Cays


Het laatste eiland dat we bezoeken in de Grenadines is Mustique. Dit is een privé eiland waar de "rijken der aarde" wonen.
Alles op het eiland ziet er heel verzorgd uit. De tuinen zijn netjes onderhouden en je ziet nergens afval. In de pilot staat dat dit eiland heel geschikt is voor wandelaars en fietsers. Als echte hollanders willen wij wel graag weer een keer op onze fietsjes. De hoogteverschillen vallen ons echter wel wat tegen en menigmaal moeten we afstappen en lopend, met de fiets aan de hand, onze weg vervolgen. Onderweg zien we vele mooie oprijlanen met heggen(!) van bougainville, waarvan de huizen vaak niet of nauwelijks te zien zijn. Vaak staan die huizen op hele mooie plekken met een prachtig uitzicht op de zee.
Mustique, oprijlaan

Grenada

Grenada, haven van St. George

Om niet bij donker aan te komen, vertrekken we 's morgens vroeg om 04.00 uur. De hele dag hebben we alleen het voorzeil staan. Heerlijk relaxed. We laten aan het eind van de middag ons anker vallen in de Pricklay Bay, één van de vele baaien aan de zuidkant van het eiland. Omdat er toch redelijk veel "swell" in de baai staat, besluiten we enkele dagen in een marina te liggen. Het wordt Port Louis in St. George, een vriendelijke, mooie en chique marina.
Op Grenada maken we een prachtige tocht met onze gids Keith die heel enthousiast over zijn eiland vertelt. Hij leidt ons langs nootmuskaat-, cacao- en rumbedrijven. We zien hoe nootmuskaat wordt verwerkt en rum gemaakt van suikerriet. Dit laatste gebeurt in een fabriek die meer dan 200 jaar oud is. De energie wordt verkregen uit een waterstroompje dat een raderwiel in beweging zet. Hiermee wordt het sap uit de rietstengel geperst. Leuk om te zien.


Grenada, mensen aan het werk in een nootmuskaatfabriek

donderdag 4 februari 2010

Tobago

Na twee en een halve dag zeilen komen we aan op Tobago. Het is dan al donker als we een ankerplaats zoeken. We worden hierbij geholpen door Jeroen van de Zilvermeeuw, één van de zeilers die wij onderweg ontmoet hebben. Als we de volgende dag wakker worden zien we pas dat we in een paradijselijk mooie baai zijn aangekomen. Fregatvogels en pelikanen cirkelen boven ons hoofd. Ook horen we gekrijs dat we eerst niet thuis kunnen brengen. Het blijken papagaaien te zijn. De baai wordt omgeven door hoge, diepgroene heuvels met hier en daar een strandje.
Tobago, weggetje langs de baai

We maken met een bus een tocht over het eiland naar de hoofdstad Scarborough en het valt ons op dat er ook in de hoofdstad zo weinig toeristen zijn. Het ziet er nog heel authentiek uit. Overal lopen kippen rond. Het is een wirwar van mensen en overal staan kraampjes waar je allerlei dingen kunt kopen.
De tocht naar Scarborough was een mooie route met steile wegen en prachtige uitzichten. Ook hier weer veel groen. Het eiland heeft zelfs nog regenwoud.

Ons verblijf in Suriname

Nieuwjaarswisseling in Paramaribo

Dat zullen we ons nog lang heugen. Het was één groot volksfeest. Dansende, zingende, vrolijk uitgedoste mensen. Iedereen deed mee. Veel geknal en kruitdampen, later veel siervuurwerk.
Vanuit Domburg gingen we regelmatig met de bus (60 eurocentjes) naar Paramaribo. Er is geen busdienstregeling. De bus vertrekt pas als die vol is. Op een keer zaten we niet naast elkaar. Toen het plekje naast Kees vrijkwam werd Martha hier op geattendeerd met de woorden; "wilt u niet naast pappie zitten"? Dit leidde tot veel gelach. Er werd trouwens veel gelachen in de vrolijk beschilderde bussen. Nog iets anders leuks uit Paramaribo: tot ons grote genoegen zagen we een zaterdageditie van de Volkskrant. Hij zag er wel wat stoffig uit. De verkoopster vroeg of wij goed naar de datum hadden gekeken. Ja, dat hadden we. Het was de krant van 28 december, echter van het jaar 2008. Die hebben we toch maar niet gekocht! De krant werd gewoon weer in het rek geplaatst.

Tocht naar de jungle

Met Frank hebben we een onvergetelijke tocht naar de jungle gemaakt. Na 5 uur rijden houdt de weg op. We gaan per korjaal (uitgeholde boomstam) verder over de Surinamerivier. Een korjaal is een uitgeholde boomstam waarop een aantal planken zijn bevestigd. Er zijn altijd 3 mensen nodig voor een tocht; 1 persoon bedient de motor,de 2e persoon zit voorop om aanwijingen te geven en om extra bij te sturen tussen de rotsen door en de derde is permanent water aan het hozen.
We komen aan in een jungle lodge, gelegen aan een stroomversnelling, waar we 2 nachtjes slapen. Vandaar uit zijn we per korjaal naar 2 traditionele dorpen geweest. We hebben veel leuke contacten met de mensen uit de dorpen die een grote tevredenheid met hun bestaan uitstralen. Ze hebben weinig spullen maar leven van vruchten en medicijnen uit de natuur. Bijna iedereen heeft een kostgrondje in het bos waar ze hun groente en fruit verbouwen. Het was fijn om met deze mensen in het nederlands te kunnen praten.
We maken ook nog een wandeling door het oerwoud waarbij een jongen van het dorp met een macheete (lang mes) voorop loopt om het pad vrij te maken. Hij laat ons veel verschillende bomen zien,o.a. een jodiumboom, cashew boom en een lawaaiboom. Deze laatste boom wordt ook wel telefoonboom genoemd omdat de mensen in het oerwoud vroeger met elkaar via deze boom communiceerden.

Frank terug naar Nederland

's Ochtends om vier uur vertrekken we in een taxi naar vliegveld Zanderij. Frank vliegt via Aruba waar hij nog een paar dagen bij Christien, een zus van Kees blijft. Afscheid nemen blijft moeilijk maar we zijn heel dankbaar en blij met deze onvergetelijke tijd met hem.

Kaaimannen spotten (een klein soort krokodil)

Tijdens een tocht over de Commewijne rivier beleven we ook nog een spannend avontuur. Op een avond varen we met een noodgang in 2 snelle boten door het moeras waar we kaaimannen gaan spotten. Met een zaklantaarn schijnen we over het vlakke water totdat we 2 oranje bolletjes zien. Daar zit een kaaiman. Heel stil, motor uit, komen we dichterbij. Eén van de bootmannen vangt met een handige haak de kaaiman en doet eerst een stevig elastiek om zijn bek. Daarna mogen wij het dier vasthouden. Een supergave ervaring. Na een aantal foto's genomen te hebben wordt het dier weer vrij gelaten.
De volgende ochtend maken we weer een tocht door het moeras en zien we hoe mooi het moeras is. Velden vol prachtige waterlelies en veel vogels o.a. de visarend, de leliebladreiger, de amerikaanse ijsvogel, de zilverreiger, de roodkop en zwartkopgier en zelfs een ibis. Diep onder de indruk van deze prachtige natuur knijpen we elkaar af en toe; is dit echt of dromen we?

Met pijn in het hart verlaten we Suriname op maandag 11 januari en vertrekken naar Tobago.