zondag 20 juni 2010

Enjoying Canada and the Canadians

Wij zijn in Canada. De tocht van Bermuda naar Canada is pittig. Gelukkig hebben we voor dit traject in de persoon van Renske Gelderloos een geweldige "opstapper"! Zij is een ervaren zeezeilster en we hebben een leuke tijd met haar gehad.
Diverse depressies passeren ons. We hebben relatief veel aan de wind gezeild. Op het ene moment moesten er 3 reven in het zeil en op het andere moment moest de motor bij. Nadat we de 41e breedtegraad passeren (halverwege New York - Boston) wordt het aanzienlijk kouder; de warme golfstroom buigt af richting het Europese vasteland.

Via de Bay of Fundy zijn wij op weg naar de baai van St. Andrews. De Bay of Fundy is het water tussen Nova Scotia en het Canadese vasteland en heeft het hoogste verschil ter wereld tussen eb en vloed. In het noorden van de baai bedraagt het verschil maar liefst 12 meter! In St. Andrews zullen we Rhiannon en Sébastiaan en hun kinderen ontmoeten. Zij zijn de nieuwe eigenaren van onze vorige boot. De ouders van Rhiannon wonen in St. Andrews.
Vanaf de Bay of Fundy is het nog ongeveer 3 uur varen om de baai van St. Andrews te bereiken. St. Andrews is een lieflijk dorpje aan de zee en ligt vlakbij de Amerikaanse grens. Er komen 's zomers erg veel toeristen maar als wij arriveren is het seizoen nog niet begonnen. Dat heeft ook met de temperatuur te maken. Zeker 's ochtends voelt de w.c.-bril koud aan en moet de kachel nog even aan. Een groot verschil met de Carieb! Verrassend is echter de manier waarop mensen ons benaderen en behulpzaam zijn. We voelen ons hier heel welkom. Ook door de ouders van Rhiannon zijn we een aantal keren uitgenodigd. We vinden het erg aangenaam en hartverwarmend om hen te ontmoeten.  Wat ons verder opvalt is dat we vaak op straat worden aangesproken en mensen ons vragen waar we vandaan komen. Bijna altijd blijkt dan dat zij sterke banden hebben met Noordwest Europa. Dit leidt vaak tot leuke ontmoetingen.

Na de eerste dagen klaart het weer aanzienlijk op, en wordt het aangenaam warm. Veel booteigenaren halen hun boot uit de winterstalling en het wordt steeds drukker in de baai.
Vanuit de kuip genieten we steeds opnieuw van de grote getijverschillen die het landschap zo veranderen.

Renske blijft nog een paar dagen bij ons en dan brengen we haar met een gehuurde auto naar Halifax. Het is vijf uur rijden om daar te komen. Vaak rijden we vele kilometers achtereen zonder ook maar één auto te zien. Wel moet je oppassen voor overstekende elanden.  Vanuit Halifax  zal Renske naar Schiphol vliegen. Om zoveel mogelijk van Halifax te kunnen zien blijven we daar met z'n drieën nog een nachtje slapen. Als we met de bus naar het centrum willen, blijkt dat we geen gepast geld hebben. Geen probleem. De buschauffeur vertrouwt ons volkomen en zegt dat we dan, op de terugweg, maar een retourtje aan haar collega moeten betalen.  Halifax is een boeiende stad.
Via Halifax zijn vele immigranten in Canada aangekomen. Pier 21 is een begrip bij heel veel Canadezen. Dit was de plaats waar de mensen voor het eerst voet aan wal zetten. Eén op de vijf Canadezen heeft een connectie met deze plek.
Ook was Halifax de plaats van waaruit oorlogsschepen zee kozen. Veel monumenten herinneren aan de vele oorlogen.

Tijdens onze reis komen we zo af en toe voor uitdagingen te staan die een beroep doen op onze creativiteit. Wat doe je bijvoorbeeld als je geen gas hebt. Geen gas betekent veel....  Geen kopje thee ´s ochtends en geen kruikje voor de koude voetjes en ga zo maar door.  En dan blijkt weer de Canadese mentaliteit van hulpvaardigheid. Binnen de kortste keren krijgen we 2 gastoestellen te leen aangeboden.
Onze gastanks  kunnen namelijk niet in Canada en ook niet in Amerika gevuld worden. Men gebruikt hier een andere standaard, dus we hebben een andere fles gekocht. Maar in Canada en Amerika kennen ze niet, zoals wij in Europa, het metrische systeem. Dat betekent dat we geen goede verbinding met onze gasleiding in de boot konden maken. Al in Puerto Rico, maar ook weer op Bermuda en zeker in Canada hebben we met diverse zaken gesproken om dit probleem op te lossen. Dat is ons niet gelukt. Deels ook omdat veel bedrijven huiverig zijn voor aansprakelijkheid en het risico te lopen een claim aan de broek te krijgen. Uiteindelijk hebben we Breehorn, de werf die onze boot heeft gebouwd, gebeld en zij hebben voor een oplossing gezorgd door een nieuwe slang naar ons op te sturen. En daarmee zijn we uit de brand en in het gas......



woensdag 9 juni 2010

Culebra en Bermuda


Culebra

Tien mei vertrekken we naar Culebra, een klein eilandje, 20 mijl ten oosten van Puerto Rico. Het is een Spaans Maagdeneiland en behoort tot Puerto Rico. We gaan voor anker in de baai die genoemd wordt "Ensenada Honda". Het eiland is ongeveer 7 mijl lang en 3 mijl breed. Op het eiland wonen ongeveer 2000 mensen. Meer dan 1/3 van het eiland is tot beschermd natuurgebied verklaard.
De tocht naar Culebra verloopt niet snel. We vermoeden aangroei en jawel, als we voor anker liggend onder water kijken zien we dat het hoog nodig is om de onderkant van de boot schoon te maken. Gelukkig kunnen we een fles huren om daarmee te duiken. Na 1,5 uur ziet de boot er ook aan de onderkant weer piekfijn uit.
We liggen vlakbij het dorpje Dewey. Hier wonen ook de meeste bewoners van het eiland. We beleven nog iets leuks op een terras : Zittend op een barkruk en genietend van een heerlijk biertje en een wit wijntje komt er opeens een hele grote vis, een tarpoen, ons gedag zeggen. leuk he? Het is een tarpon(tarpoen),ongeveer 1.20 lang. "Eet van de restjes van de restaurants" zo horen we van andere mensen op het terras


We maken een mooie wandeling naar de noordkant van het eiland, naar de Bahia de Flamenco. Dit is een heel mooi strand met prachtig zand, mogelijkheid tot douchen en waar je ook ligstoelen kunt huren. Het strand wordt afgeschermd van de zee door een heleboel kliffen. Heerlijk zwemmen.

Bermuda

Een paar dagen later zien we op de weerkaarten dat er zich een depressie ontwikkelt die zich tussen Culebra en Bermuda een weg baant. We wilden nog een paar dagen blijven maar besluiten nu (donderdag 13 mei) te vertrekken om eerder op Bermuda te zijn en daarmee de depressie vóór te zijn.
Buitengaats blijkt de wind iets sterker (windkracht 6) te zijn dan we hadden verwacht en ook de richting is iets ongunstiger; meer noordoost, dan oost. Veel water komt over maar de boot gedraagt zich voortreffelijk. Na 2,5 dag neemt de wind af en moet de motor bij. De laatste 1,5 dag kunnen we gelukkig weer zeilen. Gelukkig zijn we al lang op Bermuda in St George's Bay als de depressie voorbijtrekt.
Er wonen 60.000 mensen op Bermuda. Het is een archipel van eilanden (er zouden 365 zijn). Veel eilanden zijn in de loop der jaren door een dam of brug met elkaar verbonden.
Bermuda is een rijk land.




Het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking zou 69.500 dollar bedragen. Naast toerisme (600.000 toeristen per jaar) zijn er ook veel financiële bedrijven gevestigd.
In 1995 is nog een verkiezing gehouden over de vraag of Bermuda onafhankelijk zou moeten worden. De uitslag; de band met Engeland wordt niet verbroken.
We merken dat we ruim 1500 kilometer ten noorden van de Caribische eilanden zijn beland; de watertemperatuur is hier 7 graden lager (nu 21 graden) en ook de buitentemperatuur is frisser. De bimini gaat er dan ook af en we slapen weer onder een dekbedje.
We maken diverse tochten over het eiland. Onderweg zien we prachtig gebouwde huizen met mooi aangelegde tuinen. De versieringen aan de huizen en ook de aanleg van de tuinen doen ons aan Engeland denken. In Hamilton ,de hoofdstad van het eiland, staan veel mooie, grote bronzen beelden.
Op Bermuda is ook een uitstekend openbaar vervoer en, typisch engels, de reizigers staan netjes achter elkaar in de rij om de bus in te gaan. Ook schoolkinderen, gekleed in schooluniform, maken veel gebruik van het openbaar vervoer.