donderdag 22 september 2011

Het laatste stukje

Gelukkig kunnen we in Cherbourg de versnellingskabel repareren. We vertrekken dinsdag 16 augustus en gaan in één dag en nacht naar Boulogne. We hebben het tijdstip van vertrek zo uitgekozen dat we 2 keer de stroom mee hebben en één keer tegen. 's Avonds lopen we nog wat door het stadje, eten een ijsje en gaan al vroeg te kooi. De volgende dag zeilen we naar Nieuwpoort. Joke, de vrouw van Henk komt ook naar Nieuwpoort om samen met Henk terug te rijden naar Nederland. We beleven weer enkele prachtige dagen met z'n vieren. Het is goed weer en we maken 2 leuke fietstochten; één naar Diksmuide en één naar Veurne waar we onderweg nog een museum over de Eerste Wereldoorlog bezoeken. In dit gebied is toen veel gevochten en nu nog zijn de loopgraven te bezichtigen.
Als Joke en Henk dinsdag 23 augustus vertrekken kijken we terug op een hele gezellige periode met z'n vieren en een mooie zeiltocht vanaf de Azoren met Henk. Het was een tocht met een aantal technische problemen en we waren erg blij dat Henk er bij was.

Nu moet de stuurstand nog gerepareerd worden. Kees neemt contact op met de werf en krijgt te horen dat de stuurstand gedemonteerd moet worden en moet worden opgestuurd naar Denemarken. Véél werk. Samen gaan we naar de plaatselijke Doe Het Zelf zaak om hout voor een kist te kopen waarin de stuurstand vervoerd kan worden. Lopend naast de fiets krijgen we de partij hout bij de boot waar we een mooie stevige kist maken. De steiger lijkt wel een timmerwerkplaats. De kist wordt door DHL opgehaald en verstuurd naar Denemarken.

Ook zijn we druk met de voorbereiding van de komst van Gerdine, Jasmijn en Florens. Vrijdag 2 september is de grote dag. Wat hebben we hier naar uitgekeken! We hebben hen 7 maanden niet gezien. Met een gehuurde fietskar gaan we regelmatig naar de boulevard en de zee. We bouwen een zandkasteel, spetteren elkaar nat in de zee en hebben dolle pret met de gehuurde skelters op de boulevard. We genieten erg van elkaars aanwezigheid en knuffelen wat af. Ook zijn we vaak te vinden op de terrasjes want de ijsjes zijn hier heel erg lekker.

Als Gerdine met de kleintjes weer vertrekken willen we eigenlijk nog een paar dagen genieten van de Belgische kust die naar ons idee zo veel te bieden heeft. Maar toch vertrekken we al de volgende dag om geen last te krijgen van ex-orkaan Katia die eerst wel haar tropische kenmerken verliest maar later toch als een "gewone" stormdepressie van Schotland naar Scandinavië zal trekken.
En dan horen we, voor de eerste keer na bijna 2,5 jaar, via de marifoon, weer het bekende "Alle schepen, alle schepen, alle schepen, hier is de NEDERLANDSE Kustwacht". Het ontroert ons.
Voor de kust van Zeeland stapt de Nederlandse Kustwacht 's nachts bij ons aan boord. Wat voelt dit anders dan toen de Cubaanse Kustwacht ons een bezoek bracht. We zijn nu niet ongerust. We beschouwen het als een speciaal welkom in de Nederlandse wateren.
Zaterdag 10 september komen we aan in Amsterdam en krijgen een plekje in de Sixhaven, precies tegenover het Centraal station. Frank en Ruth wonen in Amsterdam en we genieten er uitbundig van dat we weer zo dicht bij elkaar zijn.

Langzaam wennen we  aan het landleven. De telefoon gaat regelmatig en op de agenda staan al weer diverse afspraken. Al meer gaan de laatste tijd onze gedachten ook al uit naar Ugchelen en het leventje dat we daar weer gaan oppakken. De hectiek in het dagelijks bestaan wordt weer voelbaar. We missen een beetje de onbekommerdheid van onze reis.
We herhalen tegen elkaar wat we ons al eerder hebben voorgenomen: geen gehaast, meer tijd voor elkaar en voor familie en vrienden en met aandacht de dingen blijven doen.

We genieten nog veel na van de vele herinneringen die we hebben opgedaan , maar beseffen ook dat deze reis nu ten einde is.
De reis wordt helemaal afgesloten op 1 oktober als we een welkomstparty die door onze kinderen is georganiseerd, mogen meemaken. We zien er naar uit om alle familie, vrienden en bekenden weer te zien.

Dankbaar en blij zijn we  dat we weer veilig thuis zijn en dat we deze reis hebben mogen maken. Zoveel beleefd, ook in contacten met andere mensen en culturen, heimwee gehad,maar ook zo veel genoten van de prachtige natuur en de oneindigheid van de oceaan.....

In onze kajuit hangt een bordje met de tekst :
                                                              Dream it
                                                              Wish it
                                                              Do it

We hebben er vaak naar gekeken en we kunnen zeggen:     YES, WE DIT IT!


zondag 14 augustus 2011

Tocht van Azoren naar Cherbourg

Op donderdag 4 augustus brengen we Joke naar de bus die haar naar het vliegveld zal brengen. Afscheid nemen blijft moeilijk maar waarschijnlijk zien we elkaar gelukkig snel weer terug als Joke Henk zal oppikken vanaf de Engelse of Franse kust. Gezien de weersverwachting kiezen we eerst voor Falmouth, Engeland als doel. De afstand hier naar toe bedraagt ruim 1200 mijl. Het wordt voor ons een tocht met een speciaal tintje, want het is onze laatste grote oversteek!
Bij de boot aangekomen gooien we de trossen los en verlaten het prachtige Horta. We zijn nog maar net op weg of we krijgen een magnifieke afscheidsshow van een grote groep dolfijnen. Het blijft een geweldig gezicht als ze zo vlak bij de boot hun kunsten vertonen.
De volgende dag merken we al snel dat we het bekende Azoren hoog achter ons hebben gelaten: het wordt koud, de barometer zakt, er valt regen en de lange broeken worden uit de kast gehaald. Een onwennig gevoel na 2 jaar zomer. Mart maakt zelfs een kruikje voor haar koude voetjes!
Er ligt een hoge druk gebied boven noord west Spanje en de Golf van Biscaje. We zeilen daardoor eerst noordwaarts langs het hogedrukgebied om op die manier toch nog zoveel mogelijk wind te pakken.
Na anderhalve dag houdt de wind er mee op. Als we 's nachts de motor starten blijkt hij helaas niet voor voortgang te zorgen. Maar ook door deze tegenslag laten wij ons niet uit het (zee)veld slaan. We zitten midden op de oceaan en kunnen niet even een monteur bellen. Ook deze keer zullen we we ons zelf weer moeten redden. Henk en Kees gaan op onderzoek uit en constateren al snel dat de koppelingskabel gebroken is. Gelukkig kan de achteruit- en de vooruit functie ook handmatig bediend worden.
Maandag 8 augustus, aan het begin en al eerder dan verwacht, komt de wind terug: motor kan uit.
In de loop van de dag loopt een grote zeilboot ons voorbij. We zoeken contact via de marifoon en horen dat de zeilboot vanuit New York komt en op weg is naar Southampton. Ze melden dat ze contact hebben gehad met mensen op de Azoren waar op dit moment een stevige storm woedt. Toen wij wegvoeren was daar nog niks over bekend. Maar gelukkig zijn we op tijd vertrokken.
Maar ook bij ons zakt de barometer heel geleidelijk, maar wel iedere dag tot en met de laatste dag. Het wordt dan ook kouder, en regelmatig moeten we ook de regenpakken aan. Azoren en het Azoren hoog liggen nu definitief achter ons.
Tijdens het tweede gedeelte van de trip begint de stuurstand (waar het stuurwiel aan is bevestigd) te kraken. We maken ons zorgen. Wat is er mis met de stuurinrichting? Als eerste koppelen we de stuurautomaat af en sturen dan met de hand. Het kraken wordt dan wel minder maar is nog niet weg.
Henk en Kees gaan verder op onderzoek uit en besluiten uiteindelijk om de automatische piloot los te koppelen van het stuurwiel. We varen dan alleen op de automaat. Het kraken houdt op. Op de plaats van bestemming gaan we een reparateur proberen te vinden.
Omdat we, ondanks de problemen met de stuurstand, toch heerlijk zeilen én omdat de mogelijkheden aan de Franse kust om Nederland via land te bereiken groter zijn dan aan de Engelse kant, besluiten we om naar Cherbourg te varen. Als we op de achtste dag van onze tocht het Engelse Kanaal invaren moeten we toch eerst weer wennen aan het grote aantal schepen dat hier vaart. Er zijn verkeerscheidingsstelsels aangebracht die, net als bij 4 baans wegen op het land, het verkeer zo goed mogelijk moeten reguleren. Het valt ons niet mee, zo druk is het, om zo'n vaarweg over te steken. Toevallig moeten we dit doen als het nacht is en het regent. Maar als ons dat dan ook weer gelukt is en we zien de Franse kust verschijnen dan zijn we blij om het Europese vasteland weer te zien liggen. Zaterdagavond 13 augustus meren wij af in Cherbourg.

dinsdag 2 augustus 2011

Azoren 2






Op vrijdag 1 juli is het zover: onze vrienden Ton en Marijke komen hun vakantie met ons doorbrengen op de Azoren. Deze afspraak met hen hebben we al gemaakt voordat we aan onze reis begonnen en we zijn heel blij als we hen zien ! We gaan eerst met hen het eiland Faial verder verkennen. We liggen in een hogedrukgebied en ondanks dat de barometer bijna continu boven de 1035 staat (zelfs een aantal dagen op 1040)is het toch nog vaak bewolkt. De dagen beginnen vaak bewolkt, soms regent het een beetje, maar 's middags klaart het op en dan is het heerlijk zonnig weer met temperaturen tussen de 25 en de 30 graden. Prima vakantieweer!



Ons schilderij op de kademuur in Horta.

We huren voor 2 dagen een scooter. De eerste dag gaan Ton en Kees het eiland verkennen en proberen het rijden op een scooter zich eigen te maken. Dan blijkt alweer snel: jong geleerd, oud gedaan, want als de mannen langs komen, springen de dames vlot en vol vertrouwen achterop. De tweede dag gaan we met ons vieren op de scooter en voelen ons weer 20!! We rijden naar de meest westelijke punt, gaan daar vissen en kunnen ook heerlijk zwemmen.



Zicht op Horta en de marina.


Prachtig landschap op Faial met hortensia.

Kees en Ton op weg naar een biljart. Deze partij heeft Ton gewonnen.

Een andere grote belevenis is een tocht met een snelle motorboot, op zoek naar walvissen. Onder het eiland Pico, dat vlak naast Faial ligt, zien we in totaal 7 walvissen en 5 keer zien we een walvis een duik naar beneden maken en vlak voordat de walvis helemaal onder water verdwijnt, zien we dan nog de reusachtige staart boven water uitkomen. Supergaaf om deze imposante beesten in hun eigen leefomgeving te kunnen bewonderen.

Regelmatig zwemmen we, in het zwembad of in de zee bij Porto Pim.. Vlakbij het strand is een heel mooi terras dat uitkijkt over de baai. Er staan heerlijke stoelen en we brengen er heel wat uurtjes door, pratend over o.a. de vele genoegens van pensionada's. We proberen Ton en Marijke over te halen om zo snel mogelijk ook pensionada te worden.


We maken met de ferry twee keer een tocht naar het eiland Pico. De berg Pico is erg bekend. Dit is de hoogste berg van Portugal waartoe ook de Azoren behoren. De berg is vaak maar voor een gedeelte zichtbaar omdat er veel bewolking hangt. Als we later ook nog horen dat de top erg steil is en dat je daarvoor touwen moet gebruiken, besluiten we om geen wandeling naar de top van de Pico te maken. Maar vanuit onze kuip in de marina in Horta kunnen wel elke dag de Pico top bewonderen.
Op dit eiland worden veel druiven geteeld waar wijn van wordt gemaakt. Deze wordt verbouwd op lava gronden. Om de tuintjes zijn muurtjes van lavastenen gebouwd die bescherming tegen de wind bieden en de zonnewarmte ook langer vasthouden. Het is een heel bijzonder gezicht om vele wijntuintjes tegen een berghelling te zien die allemaal omgeven zijn door lava stenen muurtjes.

Aanvankelijk wilden we naar de andere eilanden met een ferry omdat in onze pilot stond dat die andere eilanden geen echte goede havens hebben. Maar de laatste jaren zijn op diverse plekken op de Azoren havens bijgebouwd (met europese steun). Zo ook op het eiland Sao Jorge. Dit eiland staat bekend als een "vochtig" eiland. En dat merken we. Het is hier heel vaak bewolkt. We huren een auto en maken een prachtige wandeling, met fenomenale uitzichten, langs de zuidkust van het eiland. Als we terug komen bij de auto is het café al dicht maar iemand die langs loopt en ziet dat we graag naar binnen willen, loopt achterom bij het café en binnen enkele seconden wordt de deur voor ons open gedaan. Als we later, na enige versnaperingen, weer vertrekken worden we nagewuifd door de café houdster en een grote groep dolfijnen die vlak langs de kust zwemmen. Een fantastisch gezicht. We blijven lange tijd staan kijken.

Woensdag 17 juli zeilen we naar het eiland Terceira. Helaas moeten we ook veel de motor gebruiken. Onderweg komen we honderden dolfijnen tegen die soms een prachtige show opvoeren. Ook gooien we de hengels uit om te proberen een vis aan de haak te slaan. Helaas krijgen we geen enkele beet te zien. Terceira is een groter eiland. De haven ligt bij het centrum van de oude stad Angra da Heroismo. Het centrum van de stad wordt in 1983 door de Unesco op de werelderfgoedlijst geplaatst.We bewonderen de authentieke bouwstijlen en de mooie versieringen op de plaveisels op stoepen en straten. Ook op dit eiland is het aantal toeristen lager dan de afgelopen jaren. Het is overal vrij rustig. In de week dat wij er zijn wordt de "Braziliaane week" gehouden. 's Avonds wordt in een prachtig park met eeuwenoude bomen een film gepresenteerd in de open lucht. Echter, het is een film in de taal van de Azoren (Portugees) en die zijn we alle vier niet meester. Daarna treedt een Braziliaanse band op en levendige muziek wordt ons ten gehore gebracht. De sfeer is heel ontspannen en we zien veel families, ook met jonge kinderen, genieten van de zwoele zomeravond .We huren een auto en bezoeken o.a. een grot die ontstaan is als gevolg van 2 vulkaanuitbarstingen; de eerste vond 3000 jaar geleden plaats en de 2e 2000 jaar geleden. De grot toont diverse steenlagen die ook alle hun eigen kleur hebben. Samen geeft dit een mooi beeld. Doordat er permanent water door het gesteente druppelt ontstaan er mooie pilaartjes van steen die zich aan het plafond hechten en 1 centimeter in 100 jaar groeien.
We zijn erg onder de indruk en vinden het heel mooi!

Op 28 juli brengen we Ton en Marijke terug naar het vliegveld op Horta. Ze zijn 4 weken bij ons aan boord geweest. Het is voorbij gevlogen. We hebben weer een onvergetelijke tijd met ons vieren beleefd.
Nog diezelfde dag rijden we weer met de huurauto naar het vliegveld om Henk en Joke op te halen. Ook met hen beleven we mooie dagen en ervaren weer de sfeer van 2 jaar geleden toen ze met ons naar de Kaap Verdische eilanden zeilden. Helaas kan Joke deze keer, vanwege haar werk, niet mee zeilen. We zijn heel blij dat Henk ons wel kan vergezellen. Donderdag 4 augustus vertrekt Joke weer naar Nederland en, naar verwachting, zullen wij dan de trossen los gooien, richting Engeland.

donderdag 14 juli 2011

Azoren

Met Renske verkennen we het eiland Faial. We huren een auto en rijden naar het centrum van het eiland waar we een wandeling maken van drie uur rond de Caldeira, een vulkaankrater. Eerst lopen we in de wolken (nu letterlijk) maar het grootste gedeelte van onze wandeling zijn we verrukt van prachtige uitzichten over het eiland en de kraterwand. Er bloeien prachtige bloemen en wat een verschillende kleuren groen. Prachtig!
De volgende dag gaan we naar de meest westelijke punt van het eiland. Hier vond 50 jaar geleden een vulkaanuitbarsting plaats die in zee begon en uiteindelijk het eiland iets groter heeft gemaakt. Op die plaats is een museum gebouwd dat geheel gericht is op het onderwerp vulkanen. We zijn onder de indruk van het ontwerp van het gebouw en de grote hoeveelheid informatie over het onderwerp.
Maandag 20 juni vertrekt Renske met het vliegtuig weer naar Nederland. Terug aan boord is het eerst even stil. We kijken terug op een mooie periode waarin we met z'n drieën een Atlantische oversteek hebben gemaakt en waarbij we hebben genoten van elkaars gezelschap.
We klussen veel aan de boot. De blauwe zij- en achterkant zien er weer glimmend uit. Ook halen we de bimini weg zodat we weer vrij uitzicht hebben op de maan en sterren. De haven in Horta is erg gezellig en sfeervol. Het wemelt er van de zeilers en er is een grote openluchtexpositie van allerlei schilderijen, gemaakt door zeilers die Horta aandoen op en langs de kademuren. Er zijn prachtige exemplaren bij. Natuurlijk zoeken wij ook een mooi plekje op en laten daar een bescheiden kunstwerk achter....

En dan is er natuurlijk café Peter Sport. Dit is het welbekende café dat door iedere zeiler die de Azoren aandoet, wordt bezocht. Hier ontmoeten we ook zeilers die we reeds kennen én zeilers die we nog niet ontmoet hebben maar waarmee we op zee radiocontact hebben gehad. Erg gezellig!
Ook ontdekken we een leuk zwembad op een kwartier afstand lopen. We lopen er 's ochtends regelmatig over de boulevard naar toe en genieten dan van het prachtige uitzicht op het eiland Pico. Ook maken we nog een wandeling waarbij we een voormalig walvisverwerkingsfabriek tegen komen. Die is nu ingericht als museum over de voormalige walvisvangst. We besluiten er nog niet naar binnen te gaan maar om te wachten tot Ton en Marijke komen. Dit zijn vrienden van ons die vanaf 28 juli hun vakantie met ons op de Azoren doorbrengen en waarmee we ook de andere eilanden gaan verkennen.

donderdag 16 juni 2011

De tocht van Bermuda naar de azoren

Na een paar weken oostenwind draait de wind naar het westen en verlaten we op vrijdag 3 juni onze prachtige ankerplek op Bermuda. We worden uitgezwaaid door Tom van de Tinto en Joop en Albertien van de Zeezot, die ons attent hebben gemaakt op het "netje": Een afspraak tussen een aantal boten om twee keer per dag via de scheepsradio met elkaar te praten. We geven elkaars positie door en bespreken de weerssituatie, maar vooral de sociale inbreng zo midden op de oceaan is erg leuk. We hebben bijvoorbeeld een limmerickwedstrijd gehouden. Onze inbreng was:

Er was eens een clubje aan het zeilen,
Dat maakte mieterse mijlen,
Toen kwam er een frontje
Recht op het kontje,
Dat konden de zeiltjes niet lijden.

Helaas hebben we de wedstrijd niet gewonnen: geen t-shirt. Wel veel lol! Soms raken we wat gedesorienteerd en lijken we net in Nederland rond te varen als één van de schepen zich met het bekende "Centrale Meldpost IJsselmeer" meldt.

Net als op het traject van Miami naar Bermuda proberen we ook nu weer, via de scheepsradio, contact te leggen met Herb, de "weathergoeroe". Hij bespreekt elke dag de weerssituatie en adviseert boten via welke route zij het beste hun doel kunnen bereiken. Echter, de verbinding (voortplanting van de radiogolven) is soms erg slecht.

We krijgen regelmatig de vraag hoe we dat nou 's nachts doen. Of we dan voor anker gaan? Nou nee dus: 4 km ankerketting is iets te veel voor ons mooie bootje. Elke nacht heeft ieder van ons een wacht van vier uur. Afspraak is als er tijdens je wacht iets op het voordek moet gebeuren, je iemand anders wakker maakt. Veiligheid voor alles!

Tot twee keer toe zien we vlakbij de boot een walvis die een mooie fontein blaast. Een fantastisch gezicht! Enkele malen komt een groep dolfijnen ons met hun show vermaken en komen er 2 reuzenschildpadden langs. Kees vangt nog een tonijn waar we heerlijk van smullen. Op de valreep vangt hij ook nog een tweede, een nog grotere. We weten wat er op het menu komt te staan in Horta.

Regelmatig passen we onze koers aan om gebieden met te veel wind te omzeilen en gunstige wind op te zoeken. Dit lukt heel goed en we kunnen bijna het gehele traject zeilen. Met ruime wind nog wel en soms zelfs met de spinnaker op! Na bijna 14 dagen en drie tijdzones dichter bij huis leggen we donderdagavond 16 juni aan in de haven van Horta, op het eiland Faial. Tijd voor een welverdiend biertje, wijntje en een (tevens nuttige, nodige en gewenste) douche.

woensdag 8 juni 2011

Bermuda

Op dinsdag 24 mei komen we aan op bermuda. We gooien ons anker uit in dezelfde baai bij st. George waar we een jaar geleden ook lagen.
De volgende dag gaan we met Mike en Nancy met de bus naar Hamilton. De wegen zijn smal op Bermuda, je kunt er ook geen auto's huren, maar er is een uitgebreid, goed functionerend bustransportsysteem. In de bus komen we langs prachtige huizen die op mooie plekken zijn gebouwd en prachtig uitzicht hebben, vaak op zee. Het doet echt engels aan. Dit idee krijgen we ook als we naar de bushaltes en de ferries kijken waar de mensen keurig in een hele lange rij op hun beurt wachten. 26 mei vertrekken Mike en Nancy weer. We kijken terug op een mooie zeiltocht en een gezellige tijd met elkaar. We hebben veel gelachen.
Woensdag 1 juni komt Renske. Vorig jaar zeilde ze met ons mee naar Canada. Nu gaat ze met ons naar de Azoren. We zijn heel blij als ze weer bij ons aan boord stapt.
In de tussenliggende dagen provianderen we de boot voor de tocht naar de Azoren, zwemmen bij een strandje dat vlakbij de ankerbaai ligt en gaan ook nog een dag het hele eiland over. 's Morgens gaan we eerst met de ferry naar de Dockland, de meest westelijke punt van Bermuda. Op dit terrein hadden de Engelsen vroeger grote barakken staan waarmee ze de schepen konden bevoorraden die de Engelse belangen in de West moesten verdedigen.
Met de bus gaan we verder richting Hamilton maar stappen halverwege uit bij een strand. Hier zwemmen we heerlijk en maken ook nog een lange wandeling langs uniek mooie strandjes omringd door rotspartijen. De "Bermuda longtails" (een soort meeuw met een hele lange staart die prachtig getekend is) scheren boven onze hoofden.
We vinden Bermuda een eiland om nog eens terug te komen.
Vrijdag 3 juni vertrekken we naar de Azoren.

zaterdag 4 juni 2011

Bermuda

Op dinsdag 24 mei komen we aan op bermuda. We gooien ons anker uit in dezelfde baai bij st. George waar we een jaar geleden ook lagen.
De volgende dag gaan we met Mike en Nancy met de bus naar Hamilton. De wegen zijn smal op Bermuda, maar er is een uitgebreid, goed functionerend bustransportsysteem. In de bus komen we langs prachtige huizen die op mooie plekken zijn gebouwd en prachtig uitzicht hebben, vaak op zee. Het doet echt engels aan. Dit idee krijgen we ook als we naar de bushaltes en de ferries kijken waar de mensen keurig in de hele lange rij op hun beurt wachten. 26 mei vertrekken Mike en Nancy weer. We kijken terug op een mooie zeiltocht en een gezellige tijd met elkaar. We hebben veel gelachen.
Woensdag 1 juni komt Renske. Vorig jaar zeilde ze met ons mee naar Canada. Nu gaat ze met ons naar de Azoren. We zijn heel blij als ze weer bij ons aan boord stapt.
In de tussenliggende dagen provianderen we de boot voor de tocht naar de Azoren, zwemmen bij een strandje dat vlakbij de ankerbaai ligt en gaan ook nog een dag het hele eiland over. 's Morgens gaan we eerst met de ferry naar de Dockland, de meest westelijke punt van Bermuda. Op dit terrein hadden de Engelsen vroeger grote barakken staan waarmee ze de schepen konden bevoorraden die de Engelse belangen in de West moesten verdedigen.
Met de bus gaan we verder richting Hamilton maar stappen halverwege uit bij een strand. Hier zwemmen we heerlijk en maken ook nog een lange wandeling langs uniek mooie strandjes omringd door rotspartijen. De "Bermuda longtails" (een soort meeuw met een hele lange staart die prachtig getekend is) scheren boven onze hoofden.
Vrijdag 3 juni vertrekken we naar de Azoren.

vrijdag 27 mei 2011

Miami en de tocht naar Bermuda

Tijdens de tocht van Cuba naar Miami hebben we veel voordeel van de stroom. Die duwt ons met een extra 2 á 2,5 knoop en zelfs hier en daar 3 knoop vooruit richting Miami. De volgende dag bereiken we in de middag Crandon Park Marina, dezelfde haven waar we een half jaar geleden ook aan een mooring lagen. We pompen onze bijboot op en gaan naar de wal. Eindelijk kunnen we weer veel boodschappen doen. Ook doen we veel klussen aan boord. Soms gaan we met de bus naar Miami, een andere keer op onze vouwfietsen.
Wat een verschil met Cuba. Veel supermarkten met een overdaad aan producten, cruise schepen, veel auto's op de weg, jetski's, schreeuwende reclames en nog veel meer kenmerken van de vrije wereld vallen ons op. Had Castro het dan toch niet zo gek bekeken?
Ook gaan we nog een dag met de bus en de metromover naar Miami Beach. Wat heeft die stad toch een mooie boulevard en leuke terrassen.
Maandagmiddag 26 mei komen Mike en Nancy. Dit zijn Amerikaanse vrienden die we vorig jaar ontmoet hebben. We hebben toen een week aan een mooring achter hun tuin geleden en hebben een leuke tijd met elkaar gehad. Zij willen graag een stuk met ons meezeilen.
Vanuit Miami varen we de volgende dag richting Bermuda. Eerst varen we een eind met de Golfstroom naar het noorden. Hier is de Golfstroom soms 4 knoop sterk. We discussiëren over de te volgen route; gaan we zo snel mogelijk meer naar het noordoosten varen, rechtstreeks naar Bermuda of blijven we nog een tijd lang met de Golfstroom naar het noorden varen?
We besluiten om dit laatste te doen, vooral omdat er volgens de weerkaarten heel weinig wind staat op de rechtstreekse route en meer wind op de "Golfstroom"route.
Na 2 dagen deze route gevolgd te hebben, verlaten we de Golfstroom en varen in oostelijke richting naar Bermuda. Op een dag zien we opeens de gegevens over onze positie op de kaartplotter rare sprongen maken met tientallen mijlen verschil. Wat is er aan de hand? Is onze kaartplotter kapot? Snel de handheld GPS erbij gepakt en die blijkt bij het opstarten moeilijk een noodzakelijke 3e satelliet te kunnen vinden. Zou het aan een satelliet liggen? Na een uur geeft de kaartplotter weer de normale positie aan. Wel besluiten wij om elke 6 uur onze positie op een papieren kaart bij te houden.
De volgende nacht krijgen we een heftig onweer. In en achter een hele grote wolk flitst het permanent, deels slaan de lichtstralen als vorken in het water, deels springen ze over van wolk naar wolk. Het is één grote, permanent witte vuurzee. We zien dat de wolk net voor ons langs schuift en willen net opgelucht adem halen maar dan blijkt achter die wolk nog veel meer onweer te zitten. Om dit onweer te vermijden zeilen we eerst een stuk terug naar Amerika, maar hierdoor krijgen we geen betere positie t.o.v. het onweer. We vervolgen onze oorspronkelijke koers.
De losse electronische apparaten hebben we al in de gasoven gelegd (dit is de enige veilige plek aan boord tegeninslag). Afwachten maar. Kees, die wacht heeft, is erg bang voor het onweer en haalt opgelucht adem als het eindelijk wegtrekt.
Na precies een week, dinsdag 24 mei bereiken we Bermuda. Het was een tocht waarbij we 3,5 dag de motor hebben moeten gebruiken maar ook heerlijk hebben kunnen zeilen.

vrijdag 13 mei 2011

Cuba

Op Cuba wordt 1 mei, de Dag van de arbeid, groots gevierd. Met Seb en Rhi en de kinderen overnachten we in een casa particulara in Havana. Toeristen mogen alleen in hotels of casa particulara overnachten. Die zijn aan een embleem (blauw ankertje )aan de buitenkant van het huis herkenbaar. Hier betalen we ook met de CUC. Toeristen mogen alleen betalen met deze munt en niet met de pesos. Die is voor de Cubanen. Een CUC (ongeveer 1 dollar) is 24 x zo duur als een pesos. Om als Cubaan het embleem "casa particulara" te mogen voeren, moeten ze elke maand een stevig bedrag aan belasting afdragen aan de overheid. Negentig procent van de werkende bevolking is in dienst van de overheid. Logisch dat de overheid veel geld nodig heeft. En het toerisme is een belangrijke bron van inkomsten.
op 1 mei laten wij ons in een fietstaxi naar het 'Place de la Revolucion" brengen. Van verre komen ons de klanken van de "Internationale" al tegemoet. Hier zou het festijn om 08.00 uur beginnen maar als wij aankomen komen de eerste groepen ons al tegemoet. Het bleek om 06.00 uur 's ochtends al te zijn begonnen.
We kijken naar de mensenmassa die het plein verlaat. Ook zien we diverse groepen, elk met een eigen vlag. Iedereen lijkt blij, eensgezind en opgetogen.

We gaan met z'n allen ook nog een tochtje door de historische stad maken met paard en wagen, bekijken het hotel waar Ernest Hemingway een kamer had en waar hij aan zijn boeken werkte. Ook kijken we, heerlijk likkend aan een ijsje, naar de grote verscheidenheid aan mensen.

Enkele dagen later gaan we met z'n tweeën naar Trinidad, een stad ruim 300 km. oostelijk. Dit was in de middeleeuwen een belangrijke havenstad. Het grootste gedeelte van de tocht er naar toe rijden we over een 3 baans weg waar nauwelijks auto's rijden. Enkele bussen, een paar oude vrachtwagens die vieze zwarte rook uitblazen, enkele paard en wagens en huuauto's van toeristen is al wat er op de weg rijdt.
Ook in Trinidad overnachten we weer in een casa particulara. In het oude centrum zijn in de 18e en 19e eeuw prachtig grote herenhuizen en paleisjes gebouwd. Hier woonden destijds de grootgrondbezitters die rijk werden aan koffie, tabak en suiker. Nu zijn die gebouwen veelal ingericht als museum. 's Avonds blijven we op een terras bij een pleintje waar leuke muziek wordt gemaakt. Er is ook een grote tribune-achtige trap bij, prachtig in marmer uitgehouwen. Langzamerhand stroomt de hele trap vol met mensen. De sfeer wordt steeds uitbundiger en de muziek meeslepend. En er treedt ook een dansgroep op; ook mensen uit het publiek gaan dansen. Wat een sfeer!

Zowel op de heen- als op de terugreis naar Trinidad krijgen we, bijna op hetzelfde stuk weg, een lekke band. We rijden door een gebied waar veel landkrabben oversteken en naar zee gaan. De pootjes van die dode beestjes blijken door een band heen te kunnen prikken. Het wordt helemaal dol als we vlak voor Havana voor de derde keer een lekke band krijgen: nu blijkt er een spijker in te zitten.

Voordat we maandag 9 mei Havana verlaten om naar Miami te zeilen, gaan we nog een paar keer naar Havana. We bezoeken o.a. het paleis waar in de 18e en 19e eeuw de gouverneur woonde en waarin vanaf 1902, toen Cuba onafhankelijk werd (van Spanje), ook de regering zetelde. We bezoeken ook een museum met hele oude auto's. Op een avond gaan we naar een concert in de prachtige basiliek van Franciscus van Asisi. Er treden 2 koren op, beide van grote klasse. Ze brachten, op zeer enthousiaste wijze, moderne muziek ten gehore. Niet helemaal onze smaak, maar we hebben wel erg genoten !
Meestal gaan we met een taxi naar Havana, maar we gaan ook een keer met onze vouwfietsjes en rijden dan over de Malécon. Deze strandpromenade slingert zich 7 kilometer langs de historische wijken van de stad en we zijn diep onder de indruk van de architectuur en van de mengeling van bouwstijlen. Sommige panden zijn fraai gerestaureerd, andere in zeer slechte staat en wachten op restauratie. In het oude Havana (het oude gedeelte van de stad staat op de werelderfgoedlijst) lijkt de tijd te hebben stilgestaan, maar er heerst een grote levendigheid. Veel muziek en optredens van dansgroepen en straattheater. Prachtig! Wat een sfeervolle stad.

Gelukkig hoeven we op Cuba niet te provianderen want veel is er niet te koop. Een supermarkt hebben we niet kunnen vinden. Wel diverse kleinere winkeltjes met ieder een heel beperkt assortiment.
Aan de buitenkant van de winkel is niet te zien of er betaald moet worden in CUC of met de Cubaanse pesos. In Havana moet je in bijna alle winkels met de CUC betalen. Bij kraampjes en op markten en soms ook bij een bakker kunnen we terecht met de pesos. Alhoewel we als buitenlanders alleen maar de CUC mogen gebruiken kunnen we bij een bank toch makkelijk wat pesos krijgen.

Regelmatig worden we op straat aangeklampt om iets kopen. Als we kenbaar maken niets te willen hebben willen ze wel graag een tip of fooi. Ook officiële instanties schromen niet om openlijk, zij het vaak fluisterend, om een tip te vragen.

Maandag 9 mei verlaten we Cuba, een onvergetelijke ervaring en we vertrekken naar Miami.

zaterdag 7 mei 2011

De tocht naar en aankomst op Cuba

De afstand van Isla Providencia naar Cuba, Havana is 810 mijl (= ongeveer 1500 kilometer). De afstand naar de westpunt van Cuba is 540 mijl. Vanaf dat punt gaat de tocht verder in oost-noordoostelijke richting. Ook zal dan de meegaande stroom duidelijk merkbaar zijn. Ten noorden van Cuba waait de wind vaak uit oostelijke richtingen, dus dan hebben we hem bijna pal op de kop. Aanvankelijk willen wij dinsdag 19 april vertrekken, maar het weer voor het gebied boven Cuba lijkt niet erg betrouwbaar. Dit is voor ons een reden om een "weathergoeroe" in de arm te nemen die ons afraadt rond 19 april te vertrekken. We stellen het vertrek uit tot zaterdagavond 23 april. De tocht naar de westpunt van Cuba verloopt heel voorspoedig. Het wordt een mooie zeilerij waarbij we flinke voortgang maken. Ook tijdens deze tocht zien we weer geen zeilboten. Vanaf Curacao tot Cuba zijn we bijna geen andere boten tegen gekomen. Ook vrachtverkeer is er nauwelijks.
Jullie kunnen je voorstellen dat het daarom extra leuk is om met de andere Pjotters op te varen. Via de marifoon kanaal 16 hebben we regelmatig contact dat altijd begint met: "Pjotter, Pjotter, hier de Pjotter, zullen we overgaan naar kanaal 17?".
Na ruim drie en een halve dag bereiken we de westpunt van Cuba. Daarna veranderen we van koers en zeilen in de luwte van het eiland verder. We hebben dan ook nauwelijks golven meer.
Het lijkt een rustige nacht te worden, maar dan.....
Martha heeft wacht en Kees slaapt. Plotseling komt er uit het pikkedonker een boot, zonder navigatieverlichting, met grote snelheid op ons af. Een felle schijnwerper wordt op ons gericht. De boot met vier mannen aan boord, waarvan er één een geweer draagt, komt vlak achter en naast ons varen. Is dit een overval? Zijn het piraten? We zijn heel bang. Dan vraagt Martha in het Spaans wat ze willen. Ze willen weten waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan en of we wapens en drugs aan boord hebben. Dus toch de Kustwacht van Cuba! We zijn verbijsterd dat zowel de boot als de bemanning op geen enkele manier herkenbaar zijn als vertegenwoordigers van de Kustwacht.
We halen opgelucht adem. Inmiddels zijn Sébastiaan en Rhiannon, die we in allerijl via de marifoon hadden opgeroepen, dicht bij ons komen varen. Zeker op dit moment voelen we de kracht en steun van elkaars nabijheid.
Als beide boten zijn geïnspecteerd mogen we verder varen.

Op 28 april bereiken we in het begin van de middag Marina Hemingway die vlakbij Havana ligt. Zeven man en een hond staan op ons te wachten om ons in te klaren. De dokter stelt ons allerlei vragen over onze gezondheid en geeft een gezondheidsverklaring af. De douane en de immigratiedienst komen hun stapels papieren invullen en tenslotte komt ook de man met de hond rondsnuffelen op de Pjotter. Enige uren later is de procedure afgerond en wordt ons een plek in de marina aangewezen. Het grote genieten op Cuba kan beginnen.

woensdag 20 april 2011

Isla Providencia

Toen we nog op de San Blas eilanden lagen hebben we ons afgevraagd of Bocas del Toro wel een goede bestemming was. Want naar de volgende bestemming (Isla Providencia) moeten we een noord/noordoostelijke koers aanhouden en in dit gebied van de Carieb waait de wind bijna altijd noordoost. Echter, we wilden heel graag naar Costa Rica en dat kon eigenlijk alleen via Bocas del Toro. Op 11 april vertrekken we van Bocas del Toro naar Providencia. We hebben de reis goed voorbereid, maar moeten toch meer dan we hadden verwacht de motor gebruiken en scherp aan de wind zeilen. Als we de helft gepasseerd zijn ruimt de wind naar een voor ons gunstiger richting en kunnen we het laatste traject nog heerlijk zeilen. Op 13 april komen we 's avonds aan bij Isla Providenia. Het is dan al donker. Alhoewel we de kaartplotter nauwgezet volgen zien we nog net op tijd dat we bijna op de klippen varen. Snel het roer omgegooid. Dat was kantje boord.
Met Sébastiaan en Rhiannon overleggen we via de marifoon en varen heel langzaam, op goed geluk, richting de ankerplek en gooien daar ons anker uit. Eerst maar eens lekker slapen.
In diverse boeken wordt Providencia beschreven als een klein paradijs. Als wij het eiland verkennen kunnen we dit alleen maar beamen. Wat een prachtig eiland. Heel ongerept en puur. Door de afgelegen ligging komen er maar weinig toeristen. Met onze vouwfietsen maken we een prachtige tocht rond het eiland. Soms gaat de weg steil omhoog en naar beneden. Twee keer stappen we af en gaan te voet verder. Het uitzicht over het rif, de baaien en de stranden is grandioos. De meeste huizen zijn van hout gemaakt met golfplaat als dak. Er zijn veel kerken, sommige kerken hebben stoeltjes in de open lucht met een dak van golfplaten er boven.
Iedereen verplaatst zich op zijn of haar brommer. Zonder helm en soms met krulspelden in het haar. Kinderen voor op de benzinetank. Kuilen en gaten in het wegdek ontwijkend. Ook wij wagen ons leven door met z'n tweeën achterop een brommer een ritje te maken.
Met de andere Pjotters laten we ons in een taxi (open truck) 's ochtend vroeg om zeven uur naar een plek brengen waar een wandeling naar de top van een berg begint. Met 2 gidsen leggen we de tocht in ongeveer 5 uur af. Het uitzicht vanaf de top is magnifiek. Het is mango tijd. Tijdens de wandeling rapen we op diverse plekken mango's op waar wij later aan boord heerlijke sap van maken. Op een andere dag worden we naar een duikschool gebracht. Martha gaat met de kinderen Emma en Macsen op het strand spelen. Seb, Rhi en Kees gaan met een boot naar een duikplek bij een rif waar ze een prachtige duik maken. Ze zien o.a. haaien. Een ander avontuur is het 's avonds op pad gaan om landkrabben te spotten die de weg oversteken op weg naar de zee. In deze tijd van het jaar gaan de landkrabben ( het type landkrab dat op Isla Providencia leeft zou nergens anders ter wereld voorkomen)in groten getale( wij hoorden 1 á 2 miljoen) naar zee om daar jonkies te krijgen. Vier maanden later gaan ze met hun kroost weer terug het land op. Helaas hebben wij er maar enkelen gezien. Volgens insiders kwam dit omdat het volle maan was. Ook was het mogelijk te droog.
Op een avond gaan we met ons tweetjes, heel romantisch, eten bij het Bamboo Seafood restaurant met uitzicht op het water. Een volle maan beschijnt de baai waar o.a. de 2 Pjotters voor anker liggen.
We bestellen witte wijn maar die is er nog niet. Dat duurt nog ongeveer 20 minuten. Na 20 minuten arriveert de wijn, lekker gekoeld. We smullen van het heerlijke eten. Het leven is goed.
Vrijdag 22 april vertrekken we naar Cuba.

zondag 10 april 2011

Panama en Costa Rica

De tocht van Isla Porvenir (San Blas eilanden) naar Bocas del Toro in Panama is rustig maar ook saai: we moeten veel motoren en hebben nogal wat stroom tegen. Wij zijn heel blij als we op 28 maart aankomen bij de Red Frog marina op het eilandje Bastimentos: een fijne marina waar we ons snel thuis voelen.
De volgende dag varen we in 10 minuten met een watertaxi naar het dorpje Bocas del Toro. Het is een levendig stadje met veel eethuisjes en winkeltjes. Bij de bakker komen we Joey en Jochem tegen, een Nederlands stel dat in Bocus op vakantie is. De volgende dag komen zij nog bij ons aan boord. Heel leuk. We hopen hen nog terug te zien.
Dan vertrekken we naar Costa Rica. Dit land staat al lang op ons verlanglijstje maar heeft geen jachthavens aan de Caribische kust. Vandaar dat we in Bocas del Toro, Panama uitkwamen, ongeveer 45 kilometer verwijderd van de grens met Costa Rica. Eerst gaan we met een watertaxi naar Bocas del Toro. Omdat dit plaatsje ook op een eiland ligt moeten we nog een keer met een watertaxi. Die brengt ons naar Almirante.


Huisjes aan de waterkant bij Almirante waar we met de watertaxi langs varen

Daar wacht een busje op ons dat ons naar de grens met Costa Rica brengt. Hier moeten we inklaren en lopen daarna over de brug die de grens met Costa Rico markeert. Daar wacht weer een busje die ons naar Puerto Viejo brengt. Dit ligt aan de Caribische kust. Op een bepaald moment moet het busje stoppen omdat er een bananentransport plaatsvindt over de weg. Aan een hangende transportband worden de grote trossen bananen uit de plantage vervoerd. We hebben een kamer geboekt bij Cabanas Guarana. We zijn er erg tevreden over. Het is er schoon, het ziet er fleurig uit, leuk ingericht met gebruik van keuken en een uitstekende internetverbinding. Ook waarderen we de douche en elke dag een schone handdoek.
Direkt bij aankomst regelen we een tocht naar de binnenlanden. De eigenaar van het pension, Sandro is goed ingewijd in de mogelijkheden in de omgeving.
De volgende dag, 1 april, gaan we met de bus naar Parque Nacional de Cahuito. Dit is een natuurgebied dat aan de kust ligt. Met de b
us zijn we daar in een half uur. Omdat we niet bij de hoofdingang het park betreden (de hoofdingang is 6 kilometer verder lopen) kunnen we geen gids krijgen. Tijdens de mooie wandeling van 3 uur zien en horen we brulapen, neusbeertjes, een luiaard die in de top van een boom hangt en vele grote, blauwe vlinders. Daarna weer met de bus terug.
Op 2 april staan we 's ochtends vroeg op want om kwart over zes lopen we met de eigenaar van het pension die die dag als gids en vertaler optreedt, naar het busstation. Een keer overstappen en na ruim een uur stappen we ergens in de binnenlanden uit. Dan nog een kwartier lopen en uiteindelijk komen we bij een indianen gezin .

In dit vertrek, dat vlak bij de woning van Leonardo staat, kunnen eventuele gasten worden ondergebracht.

De man des huizes is op dat moment (nog) niet aanwezig want hij is een paard aan het vangen dat die ochtend is uitgebroken. We worden door de vrouw des huizes ontvangen. Het gezin bestaat uit vader, moeder en 4 kinderen. Het huis dat ze bewonen bestaat uit 3 gedeelten: een slaapgedeelte, een kookgedeelte en een zitgedeelte. Het dak van het huis bestaat uit gevlochten palmbladeren en de wanden van de woning zijn opgetrokken uit bamboestokken. We gaan al snel op pad(de vader, Leonardo, is ondertussen teruggekeerd nadat hij het paard heeft gevangen) en we zien de red frog (een klein, rood kikkertje) en apen.

Een heel klein rood kikkertje (de Red Frog) bij Kees op de arm

Vooral wijst Leonardo ons op ;planten en bloemen waarvan extracten voor medicinaal gebruik kunnen worden gemaakt. Van bijna elke plant is wel iets te maken. Na terugkomst uit het regenwoud krijgen we een lunch met heerlijke exotische vruchten en rijst met bonen.

De lunch wordt op palmbladeren geserveerd en daar drinken we ook uit.

Dit laatste is het nationale gerecht dat in geen enkel restaurant ontbreekt. 's Middags laat Leonardo ons zien hoe ze van hun eigen verbouwde koffiebonen koffie maken. Ook wordt getoond hoe ze zelf chocola maken.


Wij stampen de koffiebonen om hiermee de buitenste schil van de bonen af te halen.

Zelf verbouwen ze ook bananen. Dit doen ze zonder de blauwe plastic zak die op grote plantages onder elke bananenboom hangt. Hierin zitten pesticiden die er voor moeten zorgen dat de banaan niet door ongedierte wordt belaagd en er mooi uitziet. De bananen van Leonardo krijgen deze behandeling niet en zijn voller van smaak. , zijn ook steviger maar zien er iets minder mooi uit. Hier en daar is de gele schil een beetje beschadigd. Als we straks terug zijn in Nederland gaan wij op zoek naar de natuurlijke banaan !!. Het smaakverschil is evident.
Ook laat Leonardo ons zien hoe zij zelf hun dak van palmbladeren uit het bos maken en om de 15 jaar vernieuwen.


Nadat Leonardo heeft voorgedaan hoe een dak wordt gemaakt probeert Kees dit ook te doen.

Tot slot vlecht de moeder des huizes een mandje van lianen in elkaar en laat ook ons de techniek beoefenen. Dit valt niet mee. We krijgen dit mandje mee en nog een kleiner mandje dat dichter gevlochten is en dat de vrouw al eerder had gemaakt.
De volgende dag wordt de huuauto gebracht en rijden we naar Holtel Villa Zurqui dat ongeveer 10 kilometer ten noordoosten van de hoofdstad San Jose ligt. De weg er naar toe is op diverse plekken gevaarlijk door de vele gaten en onverwachte, scherpe bochten.
We worden hartelijk ontvangen in het berghotel door Yanine, de eigenaresse. Op deze hoogte, 1800 meter is het aangenaam fris en we trekken 's nachts weer een dekentje over ons heen. Heerlijk. Yanine regelt voor ons de volgende dag een wandeltocht met gids in het regenwoud.
Kees vangt met een geleend hengeltje een mooie forel die we 's avonds met Yanine opeten. Ze runt al 17 jaar dit hotel en vertelt ons veel over Costa Rica. Het wordt een mooie avond.
De volgende dag, het is dan inmiddels 4 april, vertrekken we om half zeven voor onze bergwandeling. We genieten eerst van een heerlijk ontbijt met weer veel exotische vruchten. Daarna maken we met onze gidsen Victor en Ricardo in een kabelbaan een adembenemende, 3 kwartier durende tocht door en over het regenwoud.

Gezicht op het regenwoud vanuit de kabelbaan

Boven, bij het eindstation aangekomen, stappen we uit en krijgen we een wandelstok aangereikt. Victor, een jonge gids in opleiding loopt met zijn macheete (een zwaardachtig mes) voorop om het pad vrij te maken en ons te waarschuwen voor slangen. Daar achter loopt Ricardo, onze zeer ervaren en enthousiaste gids. We beleven een prachtig avontuur en zien o.a. doodskopaapjes die van boom naar boom slingeren. We horen en zien ook een brulaap. Wat kan zo'n klein beest een lawaai maken. Ook kunnen we nog prachtige foto's maken van een miereneter die hoog in de boom zit, krekels, kikkers, vele soorten spinnen en vlinders. Ricardo vertelt welke planten en bloemen gebruikt kunnen worden voor medicinale doeleinden.
Af en toe gaat het pad heel steil en moeten we onze stok stevig gebruiken en elkaar ondersteunen. Om kwart over drie zijn we weer terug en krijgen, ter afsluiting, nog een heerlijke lunch aangeboden.
Woensdag 6 april gaan we weer terug naar de boot. Ook zien we dan weer Seb en Rhi die een ander programma in Costa Rica gevolgd hebben. We zijn blij dat we elkaar weer zien en hebben elkaar veel te vertellen.
De volgende dag regent het en dit houdt enkele dagen aan. We spannen 2 zeilen over het dek die eigenlijk bedoeld zijn om de zon tegen te houden maar die het nu mogelijk maken om de luiken open te laten staan zonder dat het naar binnen regent.
Vrijdag 8 april gaan we naar de douane en immigratie om uit te klaren en doen uitgebreid boodschappen mede omdat we niet weten hoe de mogelijkheden tot proviandering op Cuba zijn.
Maandag 11 april verlaten we Red Frog Marina op Bastimentos bij Bocas del Toro. We hebben ons thuis gevoeld in deze marina en een leuke tijd gehad.

zaterdag 9 april 2011

San Blas

Voor jullie informatie: Omdat we nu weer over een goede internetverbinding beschikken hebben we 2 filmpjes kunnen plaatsen die gemaakt zijn op het traject van Curacao naar Cartagena. Kijk naar het verhaal op de site "Van Curacao naar Cartagena".

De afstand van Cartagena naar San Blas is iets meer dan 200 mijl en omdat we bij licht willen aankomen vertrekken we 's avonds, zaterdagavond 12 maart met Seb en Rhi en hun 2 kinderen van de andere Pjotter. In het begin van de tocht hebben we veel wind, gemiddeld windkracht 7, maar deze neemt gedurende de tocht af tot windkracht 4 á 5. Op zondag 13 maart viert Martha haar 61e verjaardag. Zo'n 30 dolfijnen voeren rondom de boot een mooie show op. Een prachtig kado!
We komen aan op Isla Porvenir. Dit is een piepklein eilandje met een piepklein vliegveldje waar we kunnen inklaren.
De San Blas is een archipel van bijna 400 eilanden die voor de kust van Panama liggen en waarvan er 40 bewoond zijn. Hier wonen de Kuna indianen. Zij hebben een hoge graad van autonomie. Zij besturen zelf hun eigen regio met minimale inbreng van de regering van Panama. Hun economie is bijna helemaal self-supporting. Tot enkele jaren geleden was de kokosnoot het enige betaalmiddel. Als uitzondering op hun leefwijze is onlangs wel de mobiele telefoon geïntroduceerd. Zonnecellen zorgen voor de energie. Als er een paar dagen veel bewolking is geweest is bellen niet mogelijk.
Bij aankomst op Isla Porvenir blijkt de motor van de andere Pjotter heel erg te schudden. Gauw wordt het anker uitgegooid en Seb constateert dat de schroef nog maar één blad heeft i.p.v. 2. Het is een groot wonder dat we, met behulp van Mike (een Amerikaan die we eerder zijn tegen gekomen en die ook net is gearriveerd) het blad en de daarbij behorende pen op een diepte van 10 meter weer terug vinden. Daarna wordt de Pjotter 37 naar een ondiepere plaats gesleept waar het blad weer aan de schroef wordt bevestigd.
Diverse keren komen Indianen in kano's (uitgeholde boomstammen) langs om hun waar (vis, fruit, brood en molas(rechthoekige keurige lapjes textiel die door de Kuna vrouwen geborduurd zijn) aan te bieden. Nestor, ook een Kuna indiaan, nodigt ons uit om bij zijn eilandje te komen liggen. Hij zal dan voor ons een rondleiding verzorgen. Het eiland ligt vlakbij. Als we aan komen varen wacht hij ons in zijn kano al op en wijst ons een ankerplek.

Dit is het dorpje waar Nestor met zijn familie woont.

De volgende dag worden we hartelijk ontvangen en mogen we zijn huis bekijken Het is opgetrokken uit bamboestengels en het dak bestaat uit palmbladeren. De vloer bestaat uit zand. Binnen kunnen 14 mensen slapen, voornamelijk in hangmatten. Kasten zijn niet nodig omdat alles wordt opgehangen aan lijnen die onder het dak zijn gespannen. In een aparte ruimte wordt gekookt. De huizen in het dorp zijn dicht op elkaar gebouwd. Er heerst een vredige rust. Overal worden ons molas en andere spullen aangeboden. Er is ook een school met 180 kinderen. De volgende dag is één van de kinderen van Nestor jarig en ook wij (Mike en Deane de Amerikaanse medezeilers, Seb en Rhi, Emma en Macsen en Mart en Kees) worden uitgenodigd voor het feest. Ook komen heel veel andere moeders met hun kinderen. Kadootjes worden gegeven en wij zingen in het engels, spaans en het nederlands het vierjarige meisje toe. Deane heeft een mooie verjaardagstaart gebakken.
Tot slot biedt Nestor ons een zeiltochtje in zijn eigen kano aan . Balancerend aan de trapeze houdt Nestor zo goed mogelijk de boot rechtop. Per keer kan er één persoon mee. We worden wel nat van het spatwater maar genieten uitbundig.
De dag daarop (het is dan al 17 maart) vertrekken we naar een ander gebied.
In totaal zijn we op 4 verschillende ankerplekken geweest Met de bijboot gaan we dan aan land, verkennen het eilandje, zwemmen en snorkelen. Op andere momenten gaan we met de bijboot naar een snorkelplekje, trekken de bijboot op het strand of gooien een ankertje uit bij de koraalriffen. De koraaltuin herbergt prachtige waterplanten waar exotisch gekleurde vissen tussen door zwemmen. We zien ook barracuda's en zeeschildpadden. Het is er heel stil en we zijn verrukt van deze onderwaterwereld.
Op ons laatste ankerplekje, Holandes Cays, blijkt er op de dag van aankomst 's middags een feestje zijn. Laura Dekker, het 15 jarige Nederlandse meisje dat solo rond de wereld zeilt, wordt welkom geheten op de San Blas. Iedereen neemt hapjes en drankjes mee en Laura krijgt van alle aanwezigen een molas aangeboden.
De volgende dag gooit Laura met haar boot Guppy het anker bij ons uit: Drie nederlandse boten bij elkaar in den verre vreemde.
Natuurlijk eten we met elkaar pannenkoeken. We bouwen een zonnetentje op het strand, drinken daar heerlijk koffie en snorkelen en zwemmen en verkennen de omliggende eilandjes.

Deze foto is genomen vlak nadat we met ons bijbootje op een eilandje zijn aangekomen.

We zijn nu al 14 dagen buiten de bewoonde wereld en onze verse spullen raken op. 's Ochtends eten we ons zelfgebakken brood zonder boter. We zijn dan ook heel blij als op een ochtend een kano met groente en fruit langs komt en we slaan een mooie voorraad verse spullen in. Wat kan een tomaatje dan lekker smaken!

Martha zoekt uit wat er van haar gading is.

Opdat we in de volgende plaats (Bocas del Toro in Panama) ook weer bij daglicht willen aankomen, vertrekken we 's avonds om acht uur. Het is dan 26 maart. Opnieuw worden we uitgenodigd door Mike en Deane in hun koele airco boot een kopje ..... te komen eten. We nemen afscheid van deze hartelijke en gastvrije mensen met wie we een mooie tijd op San Blas hebben gehad.
Op het laatst, vlak voordat we weggaan, ontmoeten we Tom en Toos van de Vagant. Zij blijken een ligplaats te hebben bij de Watersport Vereniging Makkum. Jammer dat we hen niet eerder zijn tegen gekomen. We hadden nog uren kunnen praten.

woensdag 30 maart 2011

Pjotter vaart met de halfwinder langs kust van Colombia




Deze film is gemaakt vanaf de andere Pjotter waar Seb en Rhi met hun beide kinderen op varen.

Indien de film niet afspeelt, kan het nodig zijn om de Adobe Flash plugin te downloaden en installeren. Volg hiervoor de aanwijzingen in het scherm.

zaterdag 12 maart 2011

Van Curacao naar Cartagena

Op 28 februari zeilen we voor de tweede keer naar Aruba. Voor Ralph en Suzan is het hun eerste tochtje op deze reis. Het is een pittige tocht met hoge golven, niet echt geschikt om rustig "in te slingeren", maar ze houden zich kranig ! Aruba ligt op de route naar Cartagena en we vinden het leuk om alvast de verjaardag van Christien, zus van Kees, te vieren. Zij wordt op 2 maart 60 jaar en 2 andere zussen van Kees, Lidy en Ina, zijn ook ter ere hiervan al op Aruba aangekomen. Aan het eind van de dag klaren we in in de haven van Barcadera. Nog dezelfde avond varen we door naar de Aruba Nautico Club, waar we een mooi plekje krijgen aan een steiger.

Met elkaar gaan we uit eten op een prachtig terras aan het water met de voetjes in het zand. De volgende dag maken we in het huis van Christien een uitgebreide maaltijd en vieren op die manier haar verjaardag. Na het eten dansen we op Arubaanse muziek.

De volgende dag komen Sebas en Rhi met hun beide kinderen Emma en Macsen richting Aruba en aan het eind van de ochtend varen we gezamenlijk naar Cartagena. De tocht duurt 2,5 dag. In het begin is er nog wat weinig wind maar dat verandert tijdens de tocht. Met windkracht 6 in onze rug zeilen we met grote snelheid met de golven mee. We blijven in elkaars buurt en kunnen foto's en filmpjes maken van elkaars boten.

Deze foto is genomen voor de kust van Colombia waar een rivier veel water afvoert naar zee. Het waait ondertussen al windkracht 6. Op de foto is goed te zien dat het zoete (groene) water in zee stroomt. Het vormt een sterke scheiding met het blauwe (zee)water.

Aan het eind van de 4e maart komen we aan in Cartagena. We gooien het anker uit in de baai bij Club Nautico. De dag daarop krijgen we een plekje aan de steiger. Het inklaren gebeurt hier via een agent. Paola neemt alle papieren van ons over en gaat daarmee naar de betreffende instanties. Eerst vinden we het een beetje spannend om onze paspoorten af te geven maar het komt allemaal goed.

De volgende dag gaan we met z'n achten (Seb, Rhi, Emma, Macsen, Ralph en Suzanne, Mart en Kees)in een minibus naar Barranquilla. In deze stad wordt een karnavalsoptocht gehouden en na Ria de Janeiro zou dit de grootste ter wereld zijn.
We zijn nog niet helemaal gewend aan de munteenheid van Colombia, de pesos. Tweeduizend pesos is ongeveer 1 dollar. Als we een gastenvlaggetje kopen betalen we daar 13 (!) dollar voor. Als we het vlaggetje in ontvangst nemen staat er een prijsje op: 5800 pesos, dus nog geen 3 dollar!! De vlaggetjesverkoper hebben we die dag niet terug gezien........ Ook in Barranguilla raken we soms in verwarring door de grote bedragen. Menigmaal kijken we elkaar aan met een blik van "heb ik het nu niet goed begrepen of word ik getild?" Maar als die fase achter de rug is hebben we te maken met hele vriendelijke, hulp biedende Colombianen. De taal is wel een beetje een probleem. Slechts een enkeling spreekt een beetje engels maar gelukkig spreekt Mart een woordje spaans. Uren achtereen trekt een grote stoet van prachtig uitgedoste, muziek makende groepen aan ons voorbij. Prachtig!

Ook Cartagena is de moeite van het bekijken waard. Het heeft nog een oude stadskern waarin gebouwen staan die aan het eind van de 14e eeuw gebouwd zijn. Veel huizen hebben de bekende Spaanse balkons met mooi versierde metalen hekwerken.
In de stad zijn veel terrassen te vinden waar Spaanse muziek aan de mensen wordt aangeboden. Hier en daar speelt er ook een bandje en er wordt uitbundig gedanst! Overal zijn straatverkopers. Soms worden we er gek van en roepen dan: " no quero nada" en dat betekent; ik wil niets. En dat helpt! Ze bieden van alles aan: fruit, broodjes, hoeden, sieraden, loten, zelfs belminuten. Op straat en in winkels zie je veel politiemensen en veiligheidsbeambten. Vaak lopen ze ontspannen rond. Waarschijnlijk mede daardoor voelt het op straat heel veilig.






Beide foto's geven een impressie van het straatbeeld in Cartagena

In de nauwe straatjes wemelt het van de kleine, gele taxi's die je voor twee en een halve dollar van de haven naar de stad brengen. Ook een ritje in de fietstaxi is een leuk avontuur. We genieten erg van de levendigheid en de kleurigheid van deze Zuidamerikaanse stad!

Woensdag 9 maart vertrekken Ralph en Suzan weer met het vliegtuig naar Nederland. Het was eerst weer erg stil aan boord, maar we kijken terug op een hele mooie tijd met hen. Ze laten veel herinneringen achter en een schat aan foto- en filmmateriaal. Hieronder een film die door hen gemaakt is. Hierop zijn ook beelden te zien van de andere Pjotter. Ook met hen varen we vanaf Curaçao op.


Indien de film niet afspeelt, kan het nodig zijn om de Adobe Flash plugin te downloaden en installeren. Volg hiervoor de aanwijzingen in het scherm.

zondag 27 februari 2011

Curacao

De volgende dag bereiken we na 5 uur motoren het Spaanse Water. Tijdens deze tocht zien we afwisselend mooie baaien, Willemstad met haar prachtige bruggen en de bergen van het eiland.

De mooie pontjesbrug bij Punda met de prachtig gekleurde huizen.

In het Spaanse Water gaan we voor anker bij Kima Kalki Marina. Hier komen ook onze vrienden Piet en Ineke aan boord die eerst een week in een appartement in Lagun hebben gezeten. We hebben hen daar diverse malen opgezocht, daar heerlijk gezwommen, gedoken en gesnorkeld.

Ook aan boord beleven we nog 2 prachtige weken. Luuk, broer van Martha die met zijn gezin op Curacao woont, rijdt ons over het eiland en laat ons diverse grote landhuizen zien, grote groepen flamingo’s en de ruige noordoostkant van het eiland.

Elke ochtend zwemmen we een heel eind de baai in. Een heerlijk begin van de dag. Vanuit onze ankerplek wachten we op een box in de marina. We voelen ons zeer vereerd als er speciaal voor ons palen in de grond worden geheid en we, 1 dag voor vertrek naar Nederland, de box in kunnen varen.

Op 27 januari vliegen we met Piet en Ineke terug naar Nederland waar op Schiphol, tot onze grote verrassing, Gerdine en Jasmijn ons staan op te wachten. Jasmijn staat te zwaaien met een prachtig versierd bord met de tekst: “Welkom opa en oma boot”. Een ontroerend moment.

Als we, na 3 weken Nederland, ’s avonds weer op Curacao aankomen ligt de boot er, bij volle maan, prachtig bij. Op de plek waar wij enkele weken voor anker gelegen hebben ligt nu de Pjotter van Sebastiaan en Rhiannon. Fijn om hen weer te zien en de reis met hen te vervolgen!

Op maandag 21 februari halen we Ralph en Suzanne van het vliegveld. Om hen meteen al de sfeer van Curacao te laten proeven, nemen we een drankje op een terras in het centrum van de wijk Punda. We crossen in ons gehuurde groene rammelbakje het eiland over. Drinken koffie bij Jaanchies en snorkelen in de baai van Lagun.

We maken een mooie stadswandeling met de gids (en architect ) Anko van der Woude door de wijk Otrabanda. Deze wijk kent een rijke historie en er zijn oude panden die prachtig gerestaureerd zijn. Maar ook zien we veel panden in verval waar soms decennia niks mee gebeurt.Vaak zijn deze panden eigendom van meerdere, onwillige eigenaren. Gelukkig is Natuurmonumenten bezig om de druk op deze erfgenamen te vergroten.

Voorbeeld van een in verval geraakt pand

Tijdens deze wandeling bezoeken we de lokale, zeer sfeervolle “Netto –bar” waar de eigenaar zelf groene rum stookt. Het wordt gedronken met kokoswater of anijs. Wij vinden de pure rum het lekkerst.

We genieten opnieuw erg van het gezelschap van Luuk, Annet en hun beide dochters Esther en Noa. Ze wonen in een mooi huis in Julianadorp waar Luuk zelf veel aan heeft geklust. Ook Piet en Kees hebben nog kunnen helpen aan het dak. En waar zouden wij zijn zonder de Europese wasmachine van Annet? Dankzij haar lopen wij elke dag weer in frisse en schone bloesjes rond.En mochten jullie ooit op Curacao een taxi nodig hebben: Bel Luuk!

Wij waarderen het erg dat we een kijkje in hun leven op Curacao hebben mogen nemen. Zo hebben we het jaarlijkse pleinfeest op de school waar Annet werkt mogen meemaken. Erg leuk! We bewaren een hele kostbare herinnering aan onze tijd met hen op “hun” mooie eiland.

Masha danki, pasa bon korsou (Hartelijk dank, het ga je goed Curaçao)

donderdag 10 februari 2011

Aruba

De eerste paar dagen zijn wij bijgekomen in de marina genaamd Nautico Club. We vieren met zus Christien de kerst, eten uitgebreid en zwemmen bij Rogers Beach, aan de zuidwestkant van het eiland. Het regent ongebruikelijk veel. Wij horen dat dit het effect is van El Nino. Vanaf september komt de regen regelmatig met bakken uit de lucht.

Na elf dagen niet van de boot te zijn geweest zoeken we met zus Christien eerst een terras. Op de foto is te zien dat het regent.

Het eiland ziet er dan ook erg groen uit.
Ook de jaarwisseling vieren we binnenshuis. Het plan was om dit met een groep vrienden en vriendinnen van Christien aan het strand te vieren.
Na een week in de haven gelegen te hebben gaan we voor anker bij Club Havana. Met Christien rijden we door het Arie Kok nationaal park dat zich aan de oostelijke kant van het eiland bevindt. Ook maken we daar in de buurt met haar honden Scooby en Tara een leuke wandeling. Christien vertelt dat er een "boa" plaag op het eiland is. Een boa is een wurgslang die niet op het eiland thuishoort. Veel vogelsoorten worden met uitsterven bedreigd. Regelmatig worden er "jachtdagen" georganiseerd om de boa uit te roeien.
Eerder dan aanvankelijk de bedoeling is vertrekken we naar Curacao. Dit is een tocht tegen de heersende wind en de stroming in. Op 8 januari is er relatief weinig wind en na 13 uur motorren bereiken we de westkant van het eiland Curacao waar we in een baai voor anker gaan. Op dit eiland woont een broer van Martha met zijn gezin.