dinsdag 19 januari 2010

Madeira tot Suriname

Het vorige verslag eindigde op Madeira. We kondigden aan dat onze dochter en onze kleindochter ons daar een week zouden komen opzoeken.

Madeira heeft veel te bieden. Wie van wandelen houdt komt zeker aan zijn trekken op Madeira. Eén van onze mooiste wandelingen was aan de noordoostkust. Hier rijzen de bergen vaak steil uit zee omhoog. En soms is ook goed te zien dat de rotsen uit diverse soorten gesteente is samengesteld (zie foto) Wij hebben genoten van de uitbundige bloemenpracht zoals bougainville, agapantussen, oleander, christusdoorn en chinese roos. Ons lukt het in Nederland met moeite een agapantus in bloei te krijgen maar daar bloeien ze bij honderden in de berm.

Een leuke attractie in de hoofdstad Funchal is een cabinelift die vlakbij het strand begint en uitkomt bij een bovenwijk van de stad. Van hieruit heb je een uniek uitzicht over het eiland (zie foto).

Met de bus hebben we een tocht gemaakt naar het vissers-
dorpje Camara de Lobos dat ten westen van de hoofdstad ligt. De kleine vissersbootjes worden op het strand getrokken; de haven is niet groot genoeg om al die bootjes een plekje te geven.

We hebben ruim 4 weken gelegen in de haven Quinta do Lordo en daar ook leuke mensen ontmoet. Zoals gezegd zijn Gerdine en Jasmijn nog een week bij ons geweest. Feest! In die periode zag onze boot er steeds brandschoon uit. (zie foto) We wilden eerder vertrekken maar de wind was juist gedraaid en kwam voor ons uit de verkeerde richting.

Vrijdag 10 oktober zetten wij koers naar Tenerife. Een goede wind zorgt er voor dat we deze tocht binnen 2 dagen hebben afgelegd. Onderweg hebben we nog een prachtige zeeschildpad gezien, ’s Nachts genoten we van de volle maan en de sterrenhemel.

De stad Santa Cruz heeft veel allure. Een modern, luxe winkelcentrum met mooie pleinen, fonteinen en verleidelijke terrassen.

We waren onder de indruk van het prachtige natuurpark De Teide, vlakbij de gelijknamige berg. Deze berg van ruim 3700 meter is de hoogste berg van Spanje.(zie foto)

Vanuit Tenerife zijn we voor enkele weken vertrokken naar Nederland.
Toen we terugkwamen zijn we door onze zeilvrienden Henk en Joke opgehaald van het vliegveld. Zij zullen ons vergezellen op onze volgende tocht naar de Kaap Verden. Zaterdag 21 november zijn we vertrokken naar de Kaap Verden.

We hebben een fantastische tocht net hoge snelheden. Eén keer surfden we op een hoge golf mee en bereikten toen, volgens de kaartplotter een snelheid van 16,3 knoop. De totale afstand van 800 mijl, ongeveer 1500 kilometer hebben we afgelegd in ruim 4 dagen. De foto laat zien hoe hoog de golven zijn en hoe schoon het water is.

Onderweg zien we veel vliegende vissen die vaak in groepen over het water scheren. Sommigen belandden bij ons aan dek. Het is dan goed te zien dat deze vissen vleugeltjes hebben waarmee ze over het water kunnen scheren(zie foto). Eén keer is het voogekomen dat we ’s ochtends 24 vliegende vissen aan dek telden.

Aanvankelijk hadden we twijfels of we wel naar de Kaap Verden zouden gaan. In de pilot stond dat je rekening mee moest houden met het risico van diefstal en dat, veelal schooljongens, jouw boot met een bezoek zouden komen vereren. Als je de boot verlaat alles goed afsluiten, niks los aan dek laten liggen en de boot beslist niet na donker onbewaakt achter laten. Hoe anders is onze ervaring! De mensen zijn heel vriendelijk en behulpzaam en de dinghy kunnen we zonder een slot er aan te hangen rustig in het haventje achterlaten. (Zie foto) Wij hebben ons geen moment onveilig gevoeld.

Ons eerste eiland was Sal. Dit eiland beschikt over een internationaal vliegveld. Van hier uit zijn Henk en Joke weer terug gegaan naar Nederland en kwam onze zoon Frank aan om ons te vergezellen op de tocht naar Suriname.

In een baai bij Palmeira (zie foto’s) hebben we ruim anderhalve week voor anker gelegen. De eerste keer dat we in deze baai wakker werden, gebeurde dit door hanengekraai. Dit geluid hadden we in een haven nog nooit gehoord. We realiseerden ons dat we in een Afrikaans land waren aangekomen. Bijna alle huizen in het dorp hebben geen wateraansluiting. Water wordt in cans gehaald bij een gemeenschappelijk watertappunt. Deze cans worden in oude, gammele kruiwagens vervoerd. Soms dragen vrouwen een can op hun hoofd.

De mensen in het dorp leven voornamelijk van de visvangst. In groepjes van ongeveer 6 personen gaan ze in open, houten bootjes van ongeveer 8 meter de zee op. De gevangen vis wordt bij terugkomst op de kade gegooid. Hier wordt de vis schoon gemaakt tussen de afvalresten van de vorige schoonmaakbeurt. Ook valt hier en daar een sigarettenpeuk te bespeuren.

Toch zien de mensen er verzorgd uit. De kleding ziet er kleurrijk uit en op de hygiëne valt niets aan te merken. Op het eiland haast men zich niet. Veel winkels gebruiken zelfs de reclameslogan “No Stress”. De foto met 2 vrouwen op een bankje tonen een karakteristiek straatbeeld; waarom zou je je haasten?

Het vervoer op het eiland gaat per taxi of per taxibusje. Hierbij moet je denken aan busjes die de grootte hebben van een Volkswagenbusje. Regelmatig rijden er taxibusjes door de straten op zoek naar klandizie. Voor anderhalve euro kun je naar het zuiden van het eiland worden vervoerd.(ongeveer 30 km). Het busje verrekt echter pas als die vol is. De chauffeur wacht geduldig af tot er nieuwe klanten komen. Soms rijdt hij door de straten en roept overal wat de bestemming van het busje is. Eén keer bereikten we een absoluut record: we zaten met 20 mensen in het busje.

Een paar keer zijn we naar Santa Maria gegaan. Dit ligt op de zuidpunt van het eiland. Deze plaats is vooral bekend bij surfers en kite-surfers. Van afstand is de skyline van dit vroeger zo eenvoudig dorpje al te zien. Er zijn namelijk de laatste jaren ontzettend veel nieuwe flats, appartementen en resorts gebouwd. Het toerisme rukt op deze plek van het eiland in sneltreinvaart op.

In een oude kraterwand in het oostelijk deel van het eiland wordt zout gewonnen. Zout water komt via een natuurlijke, ondergrondse gang de krater binnen en wordt daar naar de diverse velden geleid. Nog is te zien hoe in de 19e eeuw het zout via houten stellages over de kraterwand werd vervoerd naar de kust waar het zout in een schip kon worden geladen. Tegenwoordig wordt alleen nog maar zout gewonnen voor inlands gebruik.

Het tweede eiland dat we aandoen is Sao Vicente. Dit ligt op ongeveer 200 kilometer ten westen van Sal. Sinds 2007 beschikt dit eiland bij het plaatsje Mindelo over een jachthaven. Hier kunnen we diesel en water tanken. In het dorpje Mindelo zijn voldoende mogelijkheden om proviand in te slaan voor de tocht naar Suriname. Ook hier zijn de mensen weer heel vriendelijk en behulpzaam. In een prachtige overdekte markthal (Zie foto) verkopen de vrouwen hun zelf verbouwde groenten en fruit. Wat een kleurenpracht om al die vruchten daar zo mooi uitgestald te zien zie foto). Maar ook op straat worden groenten en fruit verkocht. En niet alleen fruit (zie foto) De verkopende vrouwen zijn dan vaak bezig om bonen te pellen (zie foto 561).

Op de steiger ontmoetten wij al vrij snel Bana, een Kaap Verdiaan die 10 jaar in Nederland heeft gewerkt.. Met hem gaan we op zoek naar een duikfles. Nadat hij ergens op een deur had aangeklopt, verscheen er een aapje boven ons hoofd. “Haal je baas es” riep Bana in zijn eigen landstaal. Daarna verscheen de eigenaar in de deuropening. Hij nam ons mee naar een andere schuur. Deze schuur zag er zo uit dat ons alle lust ontbrak om een duikfles te kopen. Hij had de gevraagde maat niet op voorraad.

Op dit eiland leven 60.000 mensen, 6 keer zo veel als op Sal. Hier hebben de huizen ook een wateraansluiting en is het aanbod aan producten uitgebreider. Hier komen al wat meer toeristen. Zelfs een echte cruise boot hebben we er al zien varen.

Na 2 dagen vertrekken we, uitgezwaaid en uitgetoeterd door andere zeilers. De Kaap Verdische eilanden hebben bij ons een onvergetelijke indruk achter gelaten. Wij hopen hier nog eens te komen.

De overtocht naar Suriname heeft in totaal 13 dagen geduurd. Na 3 Dagen zeilen hield de wind er mee op. Vooraf hadden we wel op de weerkaarten gezien dat we een paar dagen wat minder wind zouden hebben. Maar helemaal geen wind en dan ook nog 4 dagen….? Zelfs Herb, een Amerikaanse amateur meteoroloog die via de scheepsradio te beluisteren is, sprak van een zeer uitzonderlijke situatie. Dit had hij nog nooit meegemaakt. Gelukkig hadden we genoeg diesel aan boord. Ook op deze tocht zijn we weer druk met vissen. Eén keer hadden we een grote vis aan de hengel. Toen we hem bijna aan boord hadden bleken er nog veel meer vissen van dezelfde soort met “onze“ vis op te zwemmen. Toch was de vis te groot; we konden hem niet binnen krijgen en uiteindelijk knapte de lijn. Direct de lijn weer uitgegooid en jawel, één van de andere vissen hapte. Hoewel het weer een prachtig gezicht was om een hele groep grote vissen zo vlak bij de boot te zien zwemmen, lukte het ons ook niet om deze vis binnenboord te halen. Een andere keer lukt het wel om een vis binnen te hengelen (zie foto)

Na de periode van windstilte hebben we heerlijk kunnen zeilen. We gooien ons anker uit op de Suriname rivier vlakbij het plaatsje Domburg. De tocht over de oceaan heeft op ons een diepe indruk gemaakt. Het is een onvergetelijke ervaring om zo met zijn drieën bijna 2 weken lang je één te voelen met water, wind, wolken, sterren, zon en maan. En met elkaar.

Het plaatsje Domburg ligt ongeveer 20 kilometer ten zuiden van Paramaribo. Hier liggen meer nederlandse boten. Met zo’n 35 andere zeilers hebben we een gezellige kerstbarbecue, buiten in de open lucht. Gezellige muziek en veel sfeer. De volgende keer meer over onze belevenissen in dit zo mooie land.

Graag willen wij jullie een gezond, gelukkig en belevenisvol nieuwjaar toewensen.