donderdag 29 juli 2010

mainpoints of Maine

Southwest Harbour

Van Cutler zeilen we naar Southwest Harbour. De hele trip hier naar toe moeten we erg letten op " lopsterpot" boeien, boeien die verbonden zijn met een kreeftenkooi. Als we in de baai van Southwest Harbour aankomen lijkt het wel koninginnedag; het hele veld (water) ligt bezaaid met ballonnen (lopsterpotboeien). Maar we komen zonder kleerscheuren aan en vinden een mooring tegenover de Hinckley werf. Hier bouwen ze prachtige zeilboten die er allemaal glimmend uitzien, bijna allemaal donkerblauw en die, vooral door hun negatieve spiegel, een tijdloze uitstraling hebben.
Southwest Harbour ligt op Mount Desert Island waarvan het grootste gedeelte een natuurpark is. Dit park beslaat 35.000 hectare waarin 200 kilometer aan wandelroutes is aangelegd en 70 km weg voor fietsers. Wij kunnen onze fietsen op de bus meenemen naar de ingang van het park. Om opstoppingen in het verkeer te voorkomen en om luchtvervuiling zoveel mogelijk te voorkomen is er op het hele eiland gratis openbaar vervoer.
Rockefeller, bekend oliemagnaat, had het eiland eerst zelf in bezit en wilde het zo aanpassen dat grote groepen mensen ook van de prachtige natuur kunnen genieten. Alle paden en wegen zijn aangelegd met lokaal materiaal. De enkele bruggen die zijn aangelegd passen heel mooi in het landschap. Door de grootte van het park kom je maar heel weinig mensen tegen.

Je moet zelf de fietsen op de bus plaatsen

In het hele park is niets te koop.In het dorpje Southwest Harbour worden we geconfronteerd met een bijzondere maatregel; drank mag niet aan mensen verkocht worden die nog geen 18 jaar zijn. Om drank te kunnen kopen moet je je kunnen identificeren. In de supermarkt kunnen wij onze budweisertjes (Amerikaans biertje) niet meenemen omdat wij ons paspoort of rijbewijs niet bij ons hebben. Blijkbaar konden ze aan ons uiterlijk niet zien dat we ouder zijn dan 18 jaar.......

Frenchboro

Na enkele dagen vertrekken we naar Frenchboro dat op Long Island ligt. De afstand is niet groot, slechts 10 mijl maar doordat al vrij snel na vertrek dikke mist ontstaat (o zo kenmerkend voor Maine) en hier ook heel veel lobsterpotten liggen, is het een inspannende tocht.
Ook hier pakken we weer een mooring op tussen de kreeftenboten. We zijn het enige plezierjacht. In het weekend liggen er 4 zeilboten. Topdrukte......

Het centrum van Frenchboro



Op het eiland leven 67 mensen. Er is een school, een kerk, een museum en een bibliotheek. De school heeft 1 ruimte, klaslokaal waar alle leerlingen tussen 6 en 12 jaar in les krijgen. In de bibliotheek kunnen we internetten (later bleek dat we ook aan boord kunnen internetten). Er staan hier 6 computers. Als we vragen naar de openingsuren zegt men ons; " Openingsuren? Nee, die hebben we niet, we sluiten gewoon niet af".
Vooral voor gezinnen is het moeilijk om op het hoofd boven water te houden. De kinderen moeten naar het vasteland voor vervolgonderwijs.
Met overheidssteun wordt geprobeerd deze leefgemeenschap in stand te houden. We hopen dat dit gaat lukken want Frenchboro en haar bewoners hebben ons hart gestolen.
Ook op dit eiland zijn weer prachtige voetpaden aangelegd. We maken diverse tochten. In een klein restaurantje eten we lekker krab en kreeft.
Als de eigenaren horen dat we uit Nederland komen worden we direct uitgenodigd de voetbalwedstrijd tegen Spanje in hun restaurantje te komen bekijken. Heel hartelijk want er staan maar 4 stoelen en 1 tafel in dit restaurant. Jammer dat we verloren hebben. Maar het oranje gevoel was groot......

Woningruil in Stonington ?

In Stonington gaan we heerlijk eten bij de " Seasons". Het avondlicht valt heel mooi op de baai, en we maken veel foto's. We zitten buiten en hebben een prachtig uitzicht over de baai vol met rotsen en vissersboten.

Uitzicht vanaf terras

Tegenover de baai ligt een eiland van waaruit vroeger veel graniet is gehaald en verscheept naar alle delen van Amerika. Hierover is nog een museum ingericht.
Als we een keer met tassen uit onze dinghy op de wal stappen vraagt een voorbijganger of we boodschappen gaan doen. Inderdaad, dat zijn wij van plan. "Daar staat mijn groene Saab 9000 en gebruik die maar om boodschappen te halen. Lopen is wel wat ver. De sleutel zit in de auto".
Tijdens een andere wandeling komen we langs een huis dat staat op een prachtige plek met uitzicht over de baai. Martha spreekt de persoon aan die aan het gras maaien is. Aan ons accent (en niet alleen van Kees) merkt hij al gauw dat wij geen Amerikanen zijn. " Waar komen jullie vandaan"? vraagt hij. Hij blijkt ook uit Nederland (uit Friesland nog wel) te komen. 61 jaar geleden (hij is nu 71) is hij met zijn ouders en acht broertjes en zusjes naar Amerika gekomen. Het wordt een leuk gesprek over o.a. friese droogworsten en hoe hij met zijn familie in Amerika een nieuw vaderland heeft gevonden en een nieuw leven heeft opgebouwd. Als we verder lopen stopt er een auto naast ons waarin "onze" fries blijkt te zitten. "Ik heb nog een idee" zegt hij. "Wat vinden jullie ervan als we woningruil gaan doen? 's Zomers wonen we hier in Maine en 's winters in Arizona. We kunnen dan ook elkaars auto lenen". Ongelooflijk, hij kent ons niet en weet niet waar en hoe wij wonen en biedt ons zijn prachtige huis in Maine aan. Wij zijn aangenaam verrast want we willen graag nog een keer terug komen in Maine.
Rockland

Voor het eerst op onze tocht door Maine zien we veel zeiljachten liggen.
Wat we ons van Rockland zullen blijven herinneren is het bezoek aan het prachtige Farnsworth museum. Er hingen werken o.a. van Alex Katz en de Wyeth family. Uit het werk van deze laatste familie (3 generaties) blijkt hoe de Amerikanen hebben gestreden voor hun eigen onafhankelijkheid. Indrukwekkend!
We maken nog een wandeling naar een plek van waaruit we een goed zicht hebben op de aankomst van zo'n twintig traditionele schepen (schoeners). Op de weg terug komen we nog langs een vakschool waar houten boten worden gemaakt. Kees heeft zich bijna opgegeven voor een 2 weekse cursus. Wat heeft Maine toch veel te bieden.

Port Clyde

Het was eerst niet de bedoeling om hier naar toe te gaan maar tijdens een trip waar we alles moesten motorren hadden we ineens geen zin meer. Van Amerikanen hadden we gehoord dat Port Clyde ook de moeite waard is. En jawel, wat een beeldschoon haventje en een mooie baai. Als we een wandeling naar een vuurtoren maken zijn we weer onder de indruk van de uitzichten over de baai en de mooie bloemen in de berm die door niemand zijn gezaaid.

Bloemen in Port Clyde

Christmas Cove

Bij het krieken van de dag verlaten wij Port Clyde en groeten de mooring die ons zo prachtig op onze plek in de baai heeft gehouden. Het weer is zonnig, geen wind, wel weer veel prachtig gekleurde lollies (boeien van kreeftenpotten) die wij moeten ontwijken. In een mooie baai blijven we een nacht liggen en trekken dan verder naar Boothbay Harbor.

Boothbay Harbor
Van de havenmeester horen we dat alle moorings " privately owned" zijn maar dat we wel aan een steiger kunnen liggen. Kost wel 170 dollar per nacht!! Dat doen we dus niet. Gelukkig krijgen we een tip van een aardige andere zeiler die ons een mooring wijst die bijna nooit gebruikt wordt. Hier leggen we aan.
We zijn in een andere wereld aangekomen. De wereld van de rondvaartboten, de souvenierswinkels, veel restaurants en veel toeristen die met bussen worden aangevoerd. We blijven hier dan ook maar een nachtje.

Freeport

Freeport is een haven die ver het land in ligt. We vertrekken 's ochtend met mooi weer, een mooi zeilwindje maar in de loop van de dag komt de mist op zetten. Eerst moeten we nog de zonnebril ophouden en is een t-shirtje genoeg om het warm te houden. Maar al gauw begint het te regenen. Als we vlakbij de haven zijn en een rivier moeten opgaan is het zicht bijna weg. En dan begint het ook nog te onweren. De radar en de kaartplotter hebben we beide aan staan om ons te helpen de weg te vinden. Gelukkig komt de havenmeester van de Brewer marina ons tegemoet en helpt ons de mooring te vinden. Net op tijd maken we vast aan de mooring en het onweer barst in alle hevigheid los. We nemen een warme douche en een glas wijn. Het leven is goed.
Freeport is bekend om zijn vele outlets, fabriekswinkels waar de naam van L.L. Bean in de wijde omgeving bekend is. Het is een paradijs voor koopjesjagers. We hebben ons er dan ook zeer uitgeleefd.
In een mooie rode pick-up (ons zo maar aangeboden door de havenmeester) doen we boodschappen bij de supermarkt en laden onze spullen in de laadbak.
Dat is nog eens wat anders dan in de fietstas.......

Met de pick-up van de havenmeester doen we boodschappen


Portland


De tocht van Freeport naar Portland leidt ons door een prachtige archipel. Onze route gaat zigzaggend tussen de eilanden door. Wel opletten, maar een hele mooie tocht.
Sinds weken zijn we weer in een grote stad maar we verlangen alweer gauw naar een meer natuurlijke plek. Na 2 dagen vertrekken we dan ook alweer.

The Isles of Shoals.

De Isles of Shoals zijn werkelijk pareltjes in de zee. Puur en ongerept. Ze liggen ruim 6 mijl uit de kust, ter hoogte van Portsmouth. Door deze archipel loopt de grens tussen Maine en New Hampshire. Sommige eilanden zijn bewoond. Op een wandeling langs de rotsen komen we heel veel meeuwen tegen die ons schreeuwend begroeten. We zoeken een stokje om ons hoofd tegen hen te beschermen. Op een van de eilanden is een conferentieoord gevestigd dat eigendom is van 2 verschillende kerkgenootschappen.
Er heerst een ontspannen sfeer waarin mensen elkaar ontmoeten en zich bezinnen op hun verantwoordelijkheid in de samenleving. Ook komen we mensen tegen die alleen voor de natuur komen en om hier te recreeren, muziek te maken en te schilderen of gewoon maar op een rots te zitten en naar de zee te kijken. Wij kunnen mee eten met de gasten van de conferentie. Een bijzondere ervaring.

zondag 18 juli 2010

Aankomst in Amerika

Na een dagje zeilen en motorren vanuit Grand Manam bereiken we het dorpje Cutler dat in Amerika ligt. Onderweg zien we nog 2 keer een walvis. Cutler ligt in het noorden van Maine en staat in een pilot beschreven als een "port of entry". Dit is een haven waarbij je kunt inklaren. We kunnen de douane niet bellen want onze mobiele telefoon heeft hier geen bereik. Dan maar de satelliettelefoon gebruiken. Echter, daarvoor hebben we het landennummer van Amerika nodig en dat staat niet in ons A.N.W.B boek.
Zodra ons anker is neergeplonst roeien we met de dinghy naar de kant en zoeken een mogelijkheid om te bellen. De eerste automobilist die we tegen komen weet een oplossing; stap maar in en ik breng je naar iemand die je ook kan vertellen of er nog een mooring vrij is. Voordat we het goed en wel beseffen zitten we aan de keukentafel van een vissersgezin. Hij is kreeftenvisser en, in tegenstelling tot Canada, is dat vissen in Amerika niet gebonden aan een bepaalde periode. "Ja natuurlijk mag je bellen en als de douane wil dat je naar hen toe rijdt mag je die en die auto van ons gebruiken".
De douane komt over een half uur ons oppikken bij het vissersgezin. Ondertussen worden we verwend met lekkere hapjes en kunnen we op de veranda uitkijken over de prachtige baai. De douane mist in ons paspoort een bepaald formulier maar geen probleem; zij brengen het wel en zijn over een uur terug.
"Wij hebben vandaag te veel eten dus als jullie willen, schuif gerust aan. Vrienden van ons eten ook mee". Helemaal overstelpt door de grote hartelijkheid zitten we met 6 volwassen en 5 kinderen te eten.
De visserman vertelt dat in het dorp voornamelijk vissers en gepensioneerden wonen. Velen trekken uit het dorp naar de grote steden. Ook zijn in het dorp vrij veel vakantiewoningen en dat maakt dat het dorp er in de wintermaanden heel stil uitziet. In het dorp zijn geen winkels, geen café's en geen restaurants. De bakker woont ruim 10 kilometer verder. Wel zijn in de buurt van het dorp een aantal mooie wandelroutes aangelegd waar we dankbaar gebruik van maken. Ook fietsen we nog een keer naar de bakker.