zondag 10 april 2011

Panama en Costa Rica

De tocht van Isla Porvenir (San Blas eilanden) naar Bocas del Toro in Panama is rustig maar ook saai: we moeten veel motoren en hebben nogal wat stroom tegen. Wij zijn heel blij als we op 28 maart aankomen bij de Red Frog marina op het eilandje Bastimentos: een fijne marina waar we ons snel thuis voelen.
De volgende dag varen we in 10 minuten met een watertaxi naar het dorpje Bocas del Toro. Het is een levendig stadje met veel eethuisjes en winkeltjes. Bij de bakker komen we Joey en Jochem tegen, een Nederlands stel dat in Bocus op vakantie is. De volgende dag komen zij nog bij ons aan boord. Heel leuk. We hopen hen nog terug te zien.
Dan vertrekken we naar Costa Rica. Dit land staat al lang op ons verlanglijstje maar heeft geen jachthavens aan de Caribische kust. Vandaar dat we in Bocas del Toro, Panama uitkwamen, ongeveer 45 kilometer verwijderd van de grens met Costa Rica. Eerst gaan we met een watertaxi naar Bocas del Toro. Omdat dit plaatsje ook op een eiland ligt moeten we nog een keer met een watertaxi. Die brengt ons naar Almirante.


Huisjes aan de waterkant bij Almirante waar we met de watertaxi langs varen

Daar wacht een busje op ons dat ons naar de grens met Costa Rica brengt. Hier moeten we inklaren en lopen daarna over de brug die de grens met Costa Rico markeert. Daar wacht weer een busje die ons naar Puerto Viejo brengt. Dit ligt aan de Caribische kust. Op een bepaald moment moet het busje stoppen omdat er een bananentransport plaatsvindt over de weg. Aan een hangende transportband worden de grote trossen bananen uit de plantage vervoerd. We hebben een kamer geboekt bij Cabanas Guarana. We zijn er erg tevreden over. Het is er schoon, het ziet er fleurig uit, leuk ingericht met gebruik van keuken en een uitstekende internetverbinding. Ook waarderen we de douche en elke dag een schone handdoek.
Direkt bij aankomst regelen we een tocht naar de binnenlanden. De eigenaar van het pension, Sandro is goed ingewijd in de mogelijkheden in de omgeving.
De volgende dag, 1 april, gaan we met de bus naar Parque Nacional de Cahuito. Dit is een natuurgebied dat aan de kust ligt. Met de b
us zijn we daar in een half uur. Omdat we niet bij de hoofdingang het park betreden (de hoofdingang is 6 kilometer verder lopen) kunnen we geen gids krijgen. Tijdens de mooie wandeling van 3 uur zien en horen we brulapen, neusbeertjes, een luiaard die in de top van een boom hangt en vele grote, blauwe vlinders. Daarna weer met de bus terug.
Op 2 april staan we 's ochtends vroeg op want om kwart over zes lopen we met de eigenaar van het pension die die dag als gids en vertaler optreedt, naar het busstation. Een keer overstappen en na ruim een uur stappen we ergens in de binnenlanden uit. Dan nog een kwartier lopen en uiteindelijk komen we bij een indianen gezin .

In dit vertrek, dat vlak bij de woning van Leonardo staat, kunnen eventuele gasten worden ondergebracht.

De man des huizes is op dat moment (nog) niet aanwezig want hij is een paard aan het vangen dat die ochtend is uitgebroken. We worden door de vrouw des huizes ontvangen. Het gezin bestaat uit vader, moeder en 4 kinderen. Het huis dat ze bewonen bestaat uit 3 gedeelten: een slaapgedeelte, een kookgedeelte en een zitgedeelte. Het dak van het huis bestaat uit gevlochten palmbladeren en de wanden van de woning zijn opgetrokken uit bamboestokken. We gaan al snel op pad(de vader, Leonardo, is ondertussen teruggekeerd nadat hij het paard heeft gevangen) en we zien de red frog (een klein, rood kikkertje) en apen.

Een heel klein rood kikkertje (de Red Frog) bij Kees op de arm

Vooral wijst Leonardo ons op ;planten en bloemen waarvan extracten voor medicinaal gebruik kunnen worden gemaakt. Van bijna elke plant is wel iets te maken. Na terugkomst uit het regenwoud krijgen we een lunch met heerlijke exotische vruchten en rijst met bonen.

De lunch wordt op palmbladeren geserveerd en daar drinken we ook uit.

Dit laatste is het nationale gerecht dat in geen enkel restaurant ontbreekt. 's Middags laat Leonardo ons zien hoe ze van hun eigen verbouwde koffiebonen koffie maken. Ook wordt getoond hoe ze zelf chocola maken.


Wij stampen de koffiebonen om hiermee de buitenste schil van de bonen af te halen.

Zelf verbouwen ze ook bananen. Dit doen ze zonder de blauwe plastic zak die op grote plantages onder elke bananenboom hangt. Hierin zitten pesticiden die er voor moeten zorgen dat de banaan niet door ongedierte wordt belaagd en er mooi uitziet. De bananen van Leonardo krijgen deze behandeling niet en zijn voller van smaak. , zijn ook steviger maar zien er iets minder mooi uit. Hier en daar is de gele schil een beetje beschadigd. Als we straks terug zijn in Nederland gaan wij op zoek naar de natuurlijke banaan !!. Het smaakverschil is evident.
Ook laat Leonardo ons zien hoe zij zelf hun dak van palmbladeren uit het bos maken en om de 15 jaar vernieuwen.


Nadat Leonardo heeft voorgedaan hoe een dak wordt gemaakt probeert Kees dit ook te doen.

Tot slot vlecht de moeder des huizes een mandje van lianen in elkaar en laat ook ons de techniek beoefenen. Dit valt niet mee. We krijgen dit mandje mee en nog een kleiner mandje dat dichter gevlochten is en dat de vrouw al eerder had gemaakt.
De volgende dag wordt de huuauto gebracht en rijden we naar Holtel Villa Zurqui dat ongeveer 10 kilometer ten noordoosten van de hoofdstad San Jose ligt. De weg er naar toe is op diverse plekken gevaarlijk door de vele gaten en onverwachte, scherpe bochten.
We worden hartelijk ontvangen in het berghotel door Yanine, de eigenaresse. Op deze hoogte, 1800 meter is het aangenaam fris en we trekken 's nachts weer een dekentje over ons heen. Heerlijk. Yanine regelt voor ons de volgende dag een wandeltocht met gids in het regenwoud.
Kees vangt met een geleend hengeltje een mooie forel die we 's avonds met Yanine opeten. Ze runt al 17 jaar dit hotel en vertelt ons veel over Costa Rica. Het wordt een mooie avond.
De volgende dag, het is dan inmiddels 4 april, vertrekken we om half zeven voor onze bergwandeling. We genieten eerst van een heerlijk ontbijt met weer veel exotische vruchten. Daarna maken we met onze gidsen Victor en Ricardo in een kabelbaan een adembenemende, 3 kwartier durende tocht door en over het regenwoud.

Gezicht op het regenwoud vanuit de kabelbaan

Boven, bij het eindstation aangekomen, stappen we uit en krijgen we een wandelstok aangereikt. Victor, een jonge gids in opleiding loopt met zijn macheete (een zwaardachtig mes) voorop om het pad vrij te maken en ons te waarschuwen voor slangen. Daar achter loopt Ricardo, onze zeer ervaren en enthousiaste gids. We beleven een prachtig avontuur en zien o.a. doodskopaapjes die van boom naar boom slingeren. We horen en zien ook een brulaap. Wat kan zo'n klein beest een lawaai maken. Ook kunnen we nog prachtige foto's maken van een miereneter die hoog in de boom zit, krekels, kikkers, vele soorten spinnen en vlinders. Ricardo vertelt welke planten en bloemen gebruikt kunnen worden voor medicinale doeleinden.
Af en toe gaat het pad heel steil en moeten we onze stok stevig gebruiken en elkaar ondersteunen. Om kwart over drie zijn we weer terug en krijgen, ter afsluiting, nog een heerlijke lunch aangeboden.
Woensdag 6 april gaan we weer terug naar de boot. Ook zien we dan weer Seb en Rhi die een ander programma in Costa Rica gevolgd hebben. We zijn blij dat we elkaar weer zien en hebben elkaar veel te vertellen.
De volgende dag regent het en dit houdt enkele dagen aan. We spannen 2 zeilen over het dek die eigenlijk bedoeld zijn om de zon tegen te houden maar die het nu mogelijk maken om de luiken open te laten staan zonder dat het naar binnen regent.
Vrijdag 8 april gaan we naar de douane en immigratie om uit te klaren en doen uitgebreid boodschappen mede omdat we niet weten hoe de mogelijkheden tot proviandering op Cuba zijn.
Maandag 11 april verlaten we Red Frog Marina op Bastimentos bij Bocas del Toro. We hebben ons thuis gevoeld in deze marina en een leuke tijd gehad.

1 opmerking:

  1. Ahoi Pjotter,
    gezeten tussen een steeds groter wordende stapel bannanendozen en pineappledozen uit Costa Rica wensen we jullie een goede vaart naar Cuba, alwaar Kees zijn sigarenvoorraad kan aanvullen. Hier staan de peren- en appelbomen volop in bloei en genieten ook wij van een lekker zonnetje.

    BeantwoordenVerwijderen